Luisteren naar de Geest. Ignatius in Azië

Luisteren naar de Geest. Ignatius in Azië

door Adolfo Nicolás S.J.

door Adolfo Nicolás S.J.

Wat verlangde Sint-Ignatius van het religieuze leven, en is dat nu nog actueel?. Tijdens een bijenkomst in Taizé in 2015 werden deze vragen behandeld door Pater Nicolás SJ, de Generale Overste van de orde van de jezuïeten.

De weg, de waarheid en het leven

In plaats van over de jezuïeten te spreken zal ik spreken over ignatiaanse spiritualiteit. Ik excuseer mij als ik ignatiaans vermeng met Aziatisch. Ik heb 48 jaar in Azië doorgebracht, het grootste deel van mijn leven. Ik herinner mij dat men eens vroeg aan bisschop Hamao, die enige tijd voorzitter was van de bisschoppenconferentie in Japan, waarom het christendom niet aangroeide in Japan. Hij antwoordde: “Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven.’ De meeste Aziatische spiritualiteiten zijn spiritualiteiten van de weg. Hoe dieper geraken, hoe bidden, hoe je concentreren, hoe alles in evenwicht houden…  Yoga is een weg. Zen is een weg van concentratie. Judo is de weg van de zwakke die gebruikmaakt van de sterkte van de sterke. Tao is de weg. Aldus zijn de meeste Aziatische spiritualiteiten en religies, religies van de weg. Maar, vervolgde Hamao, de meeste westerse missionarissen kwamen spreken over de waarheid. En dus hebben we elkaar nooit ontmoet. Misschien is dit een van de redenen waarom Japan niet erg christelijk werd. Of op zijn minst zich er niet thuis voelde.” Toen ik dit hoorde, vroeg ik mij af hoe waar dat was. Nu denk ik dat er veel waarheid in zit.

Europeanen zeggen u te vergeven. Aziaten vragen u: “Maar hoe word je een vergevingsgezind persoon? Hoe verander je je gevoelens? Hoe ga je om met je familierelaties? Soms is niet vergeven een deel van de familie-ethos, van de familiale principes.” Europeanen vragen je dezelfde gevoelens te hebben als Jezus Christus en ze schrijven een boek over de gevoelens van Jezus. De Aziaten zeggen: “Maar hoe kun je de gevoelens van Jezus hebben? Hoe word je omgevormd? Hoe verander je?” Ik denk dus dat er een groot verschil van aanpak is. Ik denk dat Ignatius meer lijkt op de Aziaten dan op de Europeanen. “Hoe?” is de sleutelvraag voor Ignatius. Hij vond een methode, hij vond een weg, en die wilde hij meedelen. Eerst aan de jezuïeten en vervolgens aan heel de kerk. Hoe meer ik reis, des te meer merk ik hoe zeer bisschop Hamao gelijk had. Azië is de weg. Europa en de Verenigde Staten bekommeren zich om de waarheid en hoe men dient te definiëren en te argumenteren. Afrika en Latijns-Amerika zijn het leven. Zij bewaren waarden die wij in Europa al lang vergeten zijn. Zij bewaren de waarde van de familie, de waarde van kinderen, van vriendschap, van consensus, de waarde van de gemeenschap en van de ontwikkeling enzovoort. Wij hebben de hele wereld nodig om de volheid van Christus te bereiken.

 De weg van de wijsheid

Recentelijk werd ik gefascineerd door de idee van wijsheid. Ik denk dat wijsheid voorafgaat aan religieus gevoel. Nergens zal je meer wijzen aantreffen dan in Azië. Azië is vol van wijze mensen: Confucius, Boeddha, de mystici van de Upanishads, Mencius, Lao Tzu. In elk land is er een lijst wijze mensen. Die wijsheid is het werk van de Geest van God. Ik ben ervan overtuigd dat wij die wijsheid nodig hebben. Niet alleen om open te zijn en ons goed te voelen bij het openstaan en steeds bij te leren, maar omdat wij de volheid van de Christus nodig hebben en die volheid is het resultaat van al de wijsheid die we in staat zijn te ontvangen. Ik denk dat dit onze houding tegenover zending zal veranderen. Wij waren zo gedreven – ik kan hier spreken over mijn eigen tekortschieten en fouten – Azië mee te delen wat wij in Europa hadden gezien, dat wij niet luisterden. We gingen nooit zitten om te luisteren. Waarin bestaat hun bijdrage? Welke menselijke wijsheid hebben zij mee te delen? De Geest van God is al eeuwenlang aan het werk. Al vlug na mijn aankomst in Japan hoorde ik dat God er was voor de missionarissen er kwamen. Ik ben overtuigd dat dit het geval is. God is druk aan het werk geweest in de wijsheid, de tradities en de culturen van die volkeren.

Het laatste dat ik in Japan deed voor ik naar de Filipijnen trok was, samen met een andere Japanse theoloog, een discussie leiden over de parabel van de zaaier. Er waren twee commentaren: een van een Frans-Poolse missionaris en een van een Japanse franciscaan die de Bijbel had bestudeerd. De missionaris verwoordde de traditionele kijk: de missionaris is de zaaier, hij zaait het Woord van God enz. De Japanner zei: “Nee, dat is niet de juiste interpretatie. God is de zaaier. Als je het Nieuwe Testament aandachtig leest, zal je zien dat Christus de zaaier is. Hij zaait in het hart van de mensen. De missionaris gaat ernaar toe om te oogsten.” Dit is een verandering van perspectief. Dat verklaart waarom, wanneer de missionaris erheen gaat en predikt, hij ervaart dat zij reageren op het Woord van God, omdat zij het reeds in hun hart bezitten. Dat is de oogst. De missionaris gaat dus niet naar een woestijn. Hij gaat naar mensen die reeds in relatie staan met God, die reeds in hen aan het werk is op veel verschillende wijzen. Ik denk dat dit zeer belangrijk is. Daarom vragen wij ons af welke de bijdrage is van Sint-Ignatius. Ignatius zou zich thuis gevoeld hebben in Azië. Niet alleen omdat Aziaten zeer gastvrij zijn en wij er ons allen thuis voelen, maar omdat hun manier van denken Ignatius vertrouwd overkomt. Het is namelijk de weg van de wijsheid, het is de weg die diep ingaat op de werkelijkheid, die terugkeert naar de werkelijkheid.

 De bekering van ons onderbewustzijn

Laat mij jullie een ander voorbeeld geven. Niet Ignatius, maar een meer modern iemand die jullie, met name de Canadezen, mogelijk kennen: pater Bernard Lonergan. Het spijt me dat ik voorbeelden geef van jezuïeten, maar dat is nu eenmaal mijn bron. Pater Lonergan schreef een interessante studie over hoe wij de waarheid vinden (we zijn nog altijd begaan met de waarheid). Hij probeerde te doen wat Ignatius deed: de hele persoon te integreren. Hij zei dat men om geïntegreerd te worden door drie bekeringen dient te gaan: de intellectuele, de morele en de religieuze bekering. Hij beschreef religieuze bekering in termen van verliefd worden. Je komt in aanraking met de liefde van God en dan verandert alles. Je bent verliefd op God.

Dan is er de intellectuele bekering: wees oplettend, kijk naar de werkelijkheid want de werkelijkheid is het veld waar we de wil van God gaan onderscheiden. Wees oplettend, wees intelligent, wees consistent. Die drie samen, dat is intellectuele bekering. Je schudt zomaar geen oordelen uit je mouw. Je tracht consistent te zijn met wat je verstaat van de werkelijkheid. Daarom moet je oplettend zijn en niet afgaan op geruchten. Je volgt geen geruchten; je bent vol aandacht voor de werkelijkheid. Je tracht de solide werkelijkheid te vinden en dan tracht je intelligent te zijn en de relaties te zien in de werkelijkheid. Vervolgens ben je consistent en vel je oordelen: “Dit is waar. Dit is niet waar.” Dat is intellectuele bekering. Ten slotte ben je verantwoordelijk en vel je morele oordelen. Morele oordelen leiden naar handelingen. Je doet iets. Je reageert op de werkelijkheid, de werkelijkheid die je begrepen hebt door je te engageren.

Tot hier een samenvatting van Lonergan. Toen kwam een leerling van hem, een Amerikaan, Robert Dolan. Hij zei: “Lonergan heeft iets vergeten en dat iets is heel ignatiaans.” Je moet oplettend zijn, je moet intelligent zijn, je moet consistent zijn, maar je moet ook vrij zijn. Dat is de bekering van het onderbewuste. Gisteren hoorden we van zuster Angelica dat medeleven spontaan dient te zijn. Echt medeleven is spontaan. Het komt uit het hart. Je zegt immers niet: “Ik moet mijn vijanden liefhebben en dus heb ik jou lief.” Niemand zou dat willen horen. Medeleven komt spontaan omdat je verliefd bent. Daarin had Lonergan gelijk. Maar Dolan zei: “Je moet ook vrij zijn.” En om vrij te zijn moet je onderbewustzijn zich bekeren. Spontaan word je dan een goed mens. Spontaan word je iemand die liefheeft, spontaan word je een gemeenschapsmens.

Dat leren wij hier in Taizé. Spontaan worden wij iemand als Christus. Want als het niet spontaan is, is het rationeel en al vlug rationalistisch; wat wij niet meteen wensen. Daarom is de bekering van onze gevoelens, zelfs van de verborgen gevoelens, het onderbewustzijn, essentieel.

Tussen haakjes, dat is de reden waarom ik en mijn voorganger onze twijfels hadden over de gemeenschappelijke onderscheiding. Hoe vrij is een gemeenschap? Hoe vrij is een groep? Hoe kun je ervan uitgaan dat mensen vrij zijn als ze beslissen te veranderen of los  te laten? Ik denk dat het een van de problemen is dat in Taizé nooit volledig zal worden opgelost. Hoe kan een gemeenschap blijvend de eenvoud beschermen, de onthechting, de vrijheid, die het communiteitsleven vereist? Om die reden is het zo moeilijk dingen in een groep te beslissen, want er zijn daar krachten aan het werk die van binnenuit komen. Iemand wil iets niet verloren laten gaan dat hij/zij voor goed aanziet. Maar dat trekt de groep in een bepaalde richting. Daarom zei Dolan: “Wat er ontbreekt bij Lonergan is vrijheid, de vrijheid van de persoon, die wij zo belangrijk vinden.”

 Afgestemd op de muziek van Gods Geest

 Wat is dan de bijdrage van Sint-Ignatius? Ik denk dat Ignatius aan anderen wilde meedelen wat hijzelf had ervaren. Hij had ervaren dat hij een vrij mens was geworden. Hij was vrij geworden. Vervolgens vond hij een methode. Hij wenste die te delen met anderen. Daarom liet hij ons het boekje van de Geestelijke Oefeningen na. Ik maak hier geen reclame voor de Oefeningen. Maar ik denk dat Ignatius mensen vrij wilde maken. En omdat hij die vrijheid had ervaren, zei hij dat deze weg leidt naar vrijheid en naar contact met je diepste gevoelens, waar de Geest van God aan het werk is. Dan kun je zoeken naar de wil van God. Dat is waar ieder van ons hier zonder onderscheid naar op zoek is. De Russen, de Grieken, de protestanten, de katholieken, allen zoeken wij zonder onderscheid de wil van God.

Wat Ignatius het meest verlangde was de wil van God te vinden. Hij vond een methode en die wenste hij te delen met anderen. Daarom zei hij: wees afgestemd, wees symfonisch. Wees afgestemd op de muziek van de Geest van God. Als de snaar is afgestemd op la, dan speel je la, de snaar trilt omdat het la is. Daarom luidt de bijdrage van Ignatius: wees altijd afgestemd. Dat is voor mij de enige manier om te verstaan waarom hij verlangt dat mensen God in alles zoeken. Omdat zij de toon zouden vinden. Het is de toon die ik heb, een gave van de Geest. Daarom vroeg hij de jezuïeten God in alles te vinden. Maar hoe kan je God in alles vinden als je niet afgestemd bent? Als je het niet kan voelen, dan wordt het iets mentaals, iets intellectueels. Heel de methode bestaat juist in het leren voelen hoe afgestemd te zijn, hoe in te gaan op je diepste gevoelens en het evangelie erop te laten inwerken. Ik denk dat dat de bijdrage is van Ignatius en dat is wat wij van hem kunnen leren.

Ik meen dat dit cruciaal is voor het judaïsme, de islam – de moslim is iemand die zich overgeeft aan de wil van God – het protestantisme en het katholicisme. Allen verlangen wij afgestemd te zijn op de Geest, zodat we de Geest in alles kunnen voelen. Wij spreken met iemand en wij voelen de Geest. Wij begeven ons  in de werkelijkheid en wij voelen de Geest of voelen hem niet. Daarom denk ik dat de eigenlijke vraag is: hoe doen we dat? Wel, Ignatius liet ons de Oefeningen na, het gewetensonderzoek (een revisie van de dag: niet alleen om te zien wat verkeerd was, maar ook om te zien wat goed was; of: waar was de Geest aan het werk? Waar was hij niet aan het werk?), geestelijke begeleiding en devoties. Ignatius was een heel devoot iemand. Maar de praktijk van de devoties komt neer op verandering, omdat je er je affecties in investeert. Waar het in devoties om gaat is niet: “Wel, ik geloof in de Maagd Maria, maar op een zekere afstand.” Devotie betekent overgave, persoonlijke overgave, een relatie. Die relatie schept waarden, schept neigingen en creëert gevoelens die er de wortel van zijn. Dat beschouw ik als de bijdrage van Ignatius aan de kerk en als iets wat daarom nuttig is voor ieder van ons.

Pater Adolfo Nicolás is sinds 2008 generaal overste van de Sociëteit van Jezus. Daarvoor was hij onder andere moderator van de jezuïetenconferentie van Oost-Azië en Oceanië en overste van de Japanse jezuïetenprovincie. In deze functies maakte hij kennis met de cultuur van Japan en van andere Aziatische landen. Tijdens een bezinningsweek over de relevantie van de monastieke of religieuze roeping in Taizé in juli 2015 hield hij deze toespraak over de ignatiaanse spiritualiteit in de Aziatische context. Het karakter van een mondelinge voordracht werd door de redactie bewaard.

vertaling: Hugo Roeffaers S.J.

Bekijk alle cardoner articles

Deel