Onderscheiding in vijf concentrische cirkels

Onderscheiding in vijf concentrische cirkels

door Francis Pudhicherry S.J.

door Francis Pudhicherry S.J.

Het inzicht van Ignatius over onderscheiding ontwikkelde zich in de loop van de jaren. Dat is te zien in verschillende van zijn geschriften waaronder de Constituties van de Sociëteit van Jezus en Het verhaal van de pelgrim, zijn autobiografie. De auteur is een jezuïet uit India. 

 

… totdat hem op een keer de ogen een beetje opengingen…  

  (Het Verhaal van de Pelgrim, 8)

 

Ignatius’ autobiografie wordt gezien als een sleuteltekst voor wat betreft zijn groeiend inzicht in onderscheiding. Aanvankelijk leek het alsof hij zijn oorspronkelijke inzichten wat naïef oppoetste tot de kunst van het selecteren van de innerlijke bewegingen van de geesten. In de loop van de jaren werd hij echter een meester in deze kunst en droeg hij op een originele wijze bij aan wat in de christelijke traditie diakrisis (Grieks) of discretio (Latijn) genoemd wordt.

Al in de vierde eeuw citeerde Johannes Cassianus een heel hoofdstuk met de naam “Over onderscheiding” afkomstig uit de Collationes van Abba Mozes, een verzameling dialogen van de woestijnvaders. Hierin staat dat nederigheid en openheid van hart belangrijk zijn om te komen tot de deugd van de onderscheiding. Hoewel deze tekst zich in de eerste plaats richt tot jongere monniken kunnen ook oudere monniken, die verre van perfekt zijn, nog groeien in de discretio. Deze traditie werd verder uitgewerkt door schrijvers van spirituele werken in de tijd van de kerkvaders en de middeleeuwen. Hoewel er geen twijfel over bestaat dat hij hierop voortbouwde, zijn Ignatius’ inzichten over onderscheiding uiteindelijk de vrucht van zijn eigen ervaringen, gevormd doorheen zijn constante zoektocht naar Gods wil.

Uit een analyse van de belangrijke momenten in het leven van Ignatius blijkt dat zijn vaardigheid in het onderscheiden zich ontwikkelde van een nogal simplistisch begrip van persoonlijke onderscheiding naar een complex proces waarbij steeds verdere relaties en invloeden zich aftekenen. De bedoeling van dit essay is om te laten zien dat vijf concentrische cirkels van betrokkenheid een grote rol speelden in zijn groeiende doorleefde kennis van onderscheiding.

  1. De innerlijke bewegingen

Ignatius werd zich bewust van zijn eigen innerlijke bewegingen tijdens zijn langdurig herstel in Loyola dat volgde op zijn verwondingen opgelopen tijdens het beleg van Pamplona (Verhaal, 1). Een gebrek aan activiteiten bracht hem tot een innerlijke reis die zijn leven transformeerde. Tot dan toe hadden trouw aan de koning en een carrière aan het hof zin gegeven aan zijn leven. Dat is wat hem gemotiveerd had om, tegen beter weten in, weerstand te bieden tegen de Fransen in Pamplona. Hij leefde op de eerste plaats vanuit instinctieve reacties en was zich nauwelijks bewust van innerlijke bewegingen. Bijgevolg waren zijn fantasieën en dagdromen tijdens zijn herstel vooral gericht op kortstondig plezier en vluchtige tevredenheid. Maar de lectuur van twee boeken, de Flos sanctorum en de Vita Christi, voerde hem naar een ander referentiekader, meer beklijvend in betekenis. Het echte inzicht kwam er toen hij de ervaringen afkomstig van beide referentiekaders tegenover elkaar kon plaatsen en koos voor de ervaring die hem meer voldoening gaf. Toen Ignatius nadacht over de inrichting van zijn verdere leven, baseerde hij zich vooral op het onderscheiden van deze verschillende innerlijke bewegingen. Hij realiseerde zich dat beide soorten ervaringen hem bevredigden, maar dat zij kwalitatief verschilden en hij koos voor de betere (Verhaal, 5-9).

  1. De Ander

De tweede cirkel in Ignatius’ groeiend begrip van onderscheiding introduceert de significante aanwezigheid van een “ander” in het proces. In Manresa, net als in Loyola, “begonnen hem de ogen van het verstand open te gaan” (Verhaal, 30) en leerde hij het verschil te maken tussen de subtiele innerlijke bewegingen die hem uitnodigen tot grotere innerlijke vrijheid en andere bewegingen die hem, onder het mom van heiligheid, alleen maar ketenden. Terwijl zijn gewaarwording in Loyola directer was en de vorm aannam van meer of minder innerlijke vertroosting, werd deze in Manresa vooral ervaren op een secundair niveau van reflectie. Hierbij herkende hij levengevende innerlijke bewegingen aan hun gevolgen en schijnbaar spirituele maar destructieve innerlijke bewegingen aan de staart van de slang.

Hoewel deze herkenning uiteindelijk een persoonlijke ervaring was, werd hij hierbij geholpen door de aanwezigheid van anderen die een belangrijke rol speelden in zijn geestelijke reis. In Montserrat werd hij geholpen door zijn biechtvader, de benedictijn Jean Chanon (Verhaal, 17), die hij regelmatig bezocht. Later waren in Manresa kanunnik Juan Bocotavi van de kathedraal en de dominicaan Calceran Perello zijn biechtvaders en geestelijk begeleiders. Zij hielpen hem om tijdens een kritieke fase in zijn leven de wil van God te onderscheiden en beschermden hem tegen mogelijk zelfdestructief gedrag.

Deze ervaringen in Manresa leidden tot een radicale bekering. Ignatius was niet langer egocentrisch – op zoek naar perfectie voor zichzelf – maar een nieuw iemand met een vurig verlangen dankbaar te antwoorden op de ervaring diep geraakt te zijn door God. “Alle dingen schenen (hem) nieuw” (Verhaal, 30) en hij begon zijn leven, de wereld en alles om hem heen te bekijken met nieuwe ogen; Ignatius was gegroeid in vaardigheid bij het onderscheiden. Het kind, dat een paar woordjes kon brabbelen in Loyola, leerde nu lezen en schrijven, zij het dan met horten en stoten. Hij werd steeds beter in het samenstellen van woorden en zinnen door een basisgrammatica van onderscheiding toe te passen die steeds meer verfijnd werd en groeide in complexiteit naarmate hij er meer ervaring mee kreeg.

  1. De Kerk

De derde cirkel kreeg vorm tijdens Ignatius’ ervaringen in Jeruzalem, bij de acht gelegenheden waarbij hij in aanraking kwam met de inquisitie en de pauselijke clausule in de geloften die hij en zijn gezellen aflegden op Montmartre. Hij realiseerde zich nu dat het onderscheidingsproces ook een kerkelijke dimensie had.

Al vanaf zijn herstelperiode in Loyola keek Ignatius er reikhalzend naar uit zich te vestigen in Jeruzalem en op 14 juli 1523 (Verhaal, 41), aanbevelingsbrieven op zak, vertrok hij naar het Heilige Land. Maar de provinciaal van de franciscanen beval hem en andere pelgrims weg te gaan, nadat een aantal pelgrims gedood werden of ontvoerd (Verhaal, 46-47). Ignatius geloofde dat zijn beslissing om in het Heilige Land te blijven genomen werd na een proces van persoonlijke onderscheiding, en bevestigd werd door geestelijke begeleiders die niets hadden kunnen inbrengen tegen deze beslissing. Deze ervaring in Jeruzalem leerde hem echter dat de kerkelijke dimensie ook een belangrijke factor was bij iedere onderscheiding.

De acht keer dat hij voor de inquisitie moest verschijnen, alsook het feit dat hij zich ter beschikking stelde van de paus, versterkten de ecclesiale dimensie bij zowel persoonlijke als gemeenschappelijke onderscheiding. Door deze ervaringen realiseerde Ignatius zich dat onderscheiding niet kan worden gedaan in isolatie, maar moet plaatsvinden binnen de context van een groep personen met eenzelfde geloofservaring. Hij verbreedde zo zijn referentiekader in de zin dat hij zijn persoonlijke identiteit niet als geïsoleerd beschouwde, maar als geworteld in een gedeeld geloof in de Drie-eenheid.

Hoewel Ignatius het niet eens was met bepaalde beslissingen en opvattingen van de kerkelijke autoriteiten, hadden zijn doorleefde kennis en onderscheiding hem geleerd dat de wijsheid van de Kerk verder reikte dan persoonlijke opvattingen. Verschillende leden van de kerkelijke hiërarchie in Ignatius’ tijd leidden een leven dat verre van voorbeeldig was. Maar hij was in staat om uit te stijgen boven de gebreken van individuen en ontdekte in het gezag van de Kerk een effectief hulpmiddel voor zijn eigen onderscheidingsproces. Het besluit van de franciscaanse provinciaal in Jeruzalem om hem weg te sturen of het advies van de aartsbisschop van Toledo om te gaan studeren in Salamanca (Verhaal, 63), maakten Ignatius ervan bewust dat conformiteit en harmonie met de Kerk onmisbare criteria waren voor elke christelijke betrokkenheid op vlak van onderscheiding.

  1. De gemeenschap

De vierde cirkel in onderscheiding bestond er voor Ignatius in dat hij zich openstelde voor de wil van God, zichtbaar gemaakt binnen een gemeenschap en onthuld in een reeks van gesprekken die hij voerde met zijn eerste gezellen en andere jezuïeten van de jonge Sociëteit van Jezus. Ignatius’ verlangen om deel uit te maken van een groep werd duidelijk vanaf zijn terugkeer naar Barcelona in 1524 (Verhaal, 56). Gedurende die tijd was hij de hoofdrolspeler en zijn metgezellen hielpen hem bij verschillende dienstwerken. Het eerste deel van zijn verblijf in Parijs werd een herhaling van wat eerder in Spanje gebeurde: Ignatius trok navolgers aan, gemotiveerd door zijn eigen voorbeeld (Verhaal, 77).

Toen hij later in het Collège Sainte Barbe ging studeren leidde onderscheiding tot een andere aanpak en was het niet langer Ignatius maar God die hoofdrolspeler werd. De groep die zich toen vormde zou de basis worden van de toekomstige jezuïetenorde. Ignatius kwam tot het inzicht dat onderscheiding op zijn best is wanneer er sprake is van bondgenootschap in hart en ziel. Dit proces van gemeenschappelijke onderscheiding pasten Ignatius en zijn vrienden toe toen zij in Parijs nadachten over de mogelijkheid om zich ter beschikking van de paus te stellen voor het geval zij niet naar Jeruzalem konden gaan (Verhaal, 85), en later in Venetië. Tegen 1539, toen zij moesten beslissen over de vorm die de jezuïetenorde zou aannemen, hadden ze deze kunst verfijnd en leidde zij tot buitengewone resultaten. Na verloop van jaren realiseerde Ignatius zich dat voor vele belangrijke beslissingen een proces van gemeenschappelijke onderscheiding nodig was. Daarom benadrukte hij als generaal overste de noodzaak van dialoog bij elk proces van onderscheiding en nadien hebben verschillende algemene congregaties dit herhaald. Ignatius onderstreepte dat wanneer een beslissing unaniem genomen werd door een groep personen – op voorwaarde dat zij innerlijk vrij waren – het waarschijnlijker was dat zij kozen in overeenstemming met Gods wil.

  1. De context

De vijfde en laatste cirkel in het onderscheidingsproces was de context waarin Ignatius zich bevond. In de loop van de jaren was hij gevoeliger geworden voor de aanwijzingen van de Heilige Geest en herkende hij beter de taal waarin God communiceert met mensen in hun eigen sociale en culturele milieu. Hij realiseerde zich dat onderscheiding betekende dat je verder moest gaan dan het louter inschatten van een bepaalde situatie met het gezond verstand en alert moest zijn op aanwijzingen van de Geest evenals op misleidingen van de kwade geest. De vaardigheid om de tekenen van de tijd te lezen in een externe setting verkreeg hij enkel nadat hij de kunst van onderscheiding geleerd had via herkenning van een vergelijkbaar intern proces.

Ignatius stond open voor de context zoals deze zich voordeed en we zien dat hij naar alle beschikbare informatie over de betreffende kwestie wilde kijken om zo beter te kunnen onderscheiden. De unieke bijdrage van Ignatius op het vlak van onderscheiding is dat hij dit zag als een nooit eindigend proces – dit in tegenstelling tot eerdere visies op onderscheiding als instrument alleen te gebruiken in bijzondere omstandigheden. Het schrijven van de Constituties van de Sociëteit van Jezus is een heel goed voorbeeld van onderscheiding als een proces met een cruciale rol voor de context. De deliberaties van de eerste gezellen in 1539 liggen aan de oorsprong van de tekst van de Constituties. De context was teruggebracht tot de toekomst van een groep personen. De uiteindelijke versie zou de vrucht zijn van de assimilatie van een hele verzameling contexten zoals: de nood aan hervorming binnen de Kerk, de vereiste mobiliteit voor de leden van de orde, het maken van een goede keuze uit kandidaat-leden, de uitdagingen als gevolg van de protestantse hervorming, de stichting van de jezuïetencolleges, administratieve aangelegenheden, missies naar nieuwe continenten, recente kerkelijke en politieke ontwikkelingen, criteria voor de aanpak van de missie, enzovoorts. Ignatius’ opvatting van onderscheiding ligt in de lijn van Paulus’ idee over een leven altijd geleid volgens de Geest met aandacht voor de tekens van de tijd.

Ignatius was zich bewust van de veranderende politieke, sociale en spirituele situatie in Europa en wereldwijd. Samen met zijn tijdgenoten interpreteerde hij de tekenen van de tijd. Zijn invulling van het begrip onderscheiding en de contextuele toepassing ervan hielpen hem echter om anders op die tekenen te reageren. Hoe hij zich openstelde voor de Geest blijkt het duidelijkst uit de Formula Institutis van 1550, de regel van de Sociëteit van Jezus, geschreven door Ignatius en opgenomen in de bul Exposcit debitum van Paulus III – de pauselijke goedkeuring van de orde. Een analyse van verschillen tussen de Formula van 1540, die verscheen in de bul Regimini militantis ecclesiae van dat jaar, en die van 1550 is verhelderend. Ze laat ons zien hoezeer Ignatius in staat was om de uitnodiging van de Heer te onderscheiden door aandacht te hebben voor de historische context en de Heer toe te staan hem te verlichten om zo de tekenen van de tijd helder te lezen en doortastend te handelen.

      De dynamiek van onderscheiding

Het belang van de vijf concentrische cirkels voor het proces van onderscheiding werd voor Ignatius duidelijk doordat hij zelf de ontwikkeling ervan bewust doormaakte. Zijn eerste stappen waren die van een kind dat leert lopen, maar door zich gedurende vijfendertig jaar constant in deze cirkels te bewegen werd hij een grootmeester in het onderscheiden. Gezien de complexiteit van onderscheiding en het risico van subtiele en geraffineerde misleiding was hij altijd op zijn hoede en reflecteerde hij voortdurend over alles wat hij ondervond. Ondanks deze verhoogde gevoeligheid lezen we in zijn Geestelijk dagboek hoe zelfs hij het slachtoffer werd van een subtiele begoocheling toen hij onderscheidde over hoe de orde de armoede diende op te vatten.

Onderscheiding is een levenslang proces waarbij er sprake is van een complex samenspel tussen de vijf concentrische cirkels. Het feit dat in het menselijke bestaan alles samenhangt, herinnert ons constant aan het dynamische karakter van onderscheiding en voorkomt dat wij haar zien als een puur mechanisch proces. Het is een genade die aan iedereen geboden wordt in de mate dat men het toestaat zich te laten leiden door de Geest en men samenwerkt met Gods initiatieven. Ignatius kreeg geleidelijk zicht op de verschillende manieren waarop Gods wil gekend en vervuld kan worden. Zijn ervaringen zijn voor ons belangrijke inzichten en kunnen ook hier en nu een licht zijn op ons persoonlijk en collectief spiritueel pad.

bron: The Way, 58/3 (juli 2019)
vertaling: Rita Vandevyvere en Wiggert Molenaar S.J.

Bekijk alle cardoner articles

Deel