In Frankrijk ontstaat een ignatiaanse familie: Een vrucht van het jubileum.

In Frankrijk ontstaat een ignatiaanse familie: Een vrucht van het jubileum.

door Anne-Marie Aitken, xavière, Paul Legavre SJ, Paul Magnin en Anne Righini-Tapie, GCL   In Vlaanderen en Nederland hoor je de laatste jaren steeds meer de uitdrukking “ignatiaanse familie”. We zijn ons ervan bewust geworden dat het gedachtegoed van Ignatius van Loyola niet uitsluitend aan de jezuïeten toebehoort, maar ook aan anderen. Wie zijn die anderen? Wie behoren tot die “ignatiaanse familie”? Wat bindt deze mensen? Wat onderscheidt hen? Hoe is de samenhang? Hebben de “ignatianen” in Nederland en Vlaanderen een gezicht? Het zijn vragen waarop het antwoord niet zo eenvoudig is. In Frankrijk is de groep van mensen die zich spiritueel met Ignatius verwant voelen op een welbepaald moment symbolisch in de openbaarheid getreden. Onderstaande reflectie op die markante gebeurtenis kan het gesprek over een “ignatiaanse familie” bij ons stimuleren.  Het is 31 juli 2006. In Lourdes zijn op het groene gras van de Cité Saint-Pierre tienduizend mensen, mannen, vrouwen en kinderen, in groepjes van twaalf gezellig aan het picknicken. Daaraan voorafgaand hebben zij voor de Grot de vierhonderdvijftigste verjaardag gevierd van de sterfdag van Ignatius. Naar de mening van veel deelnemers betekende deze pelgrimsbijeenkomst dat er in Frankrijk op symbolische wijze een ignatiaanse familie in de openbaarheid trad. Het is duidelijk dat er een franciscaanse of dominicaanse familie bestaat, maar waarom heeft het meer dan vier eeuwen geduurd voordat in ons land er een geestelijke familie blijkt te zijn die duidelijk geestverwant is aan de heilige Bask?

door Anne-Marie Aitken, xavière, Paul Legavre SJ, Paul Magnin en Anne Righini-Tapie, GCL

 
In Vlaanderen en Nederland hoor je de laatste jaren steeds meer de uitdrukking “ignatiaanse familie”. We zijn ons ervan bewust geworden dat het gedachtegoed van Ignatius van Loyola niet uitsluitend aan de jezuïeten toebehoort, maar ook aan anderen. Wie zijn die anderen? Wie behoren tot die “ignatiaanse familie”? Wat bindt deze mensen? Wat onderscheidt hen? Hoe is de samenhang? Hebben de “ignatianen” in Nederland en Vlaanderen een gezicht? Het zijn vragen waarop het antwoord niet zo eenvoudig is. In Frankrijk is de groep van mensen die zich spiritueel met Ignatius verwant voelen op een welbepaald moment symbolisch in de openbaarheid getreden. Onderstaande reflectie op die markante gebeurtenis kan het gesprek over een “ignatiaanse familie” bij ons stimuleren.

 Het is 31 juli 2006. In Lourdes zijn op het groene gras van de Cité Saint-Pierre tienduizend mensen, mannen, vrouwen en kinderen, in groepjes van twaalf gezellig aan het picknicken. Daaraan voorafgaand hebben zij voor de Grot de vierhonderdvijftigste verjaardag gevierd van de sterfdag van Ignatius. Naar de mening van veel deelnemers betekende deze pelgrimsbijeenkomst dat er in Frankrijk op symbolische wijze een ignatiaanse familie in de openbaarheid trad. Het is duidelijk dat er een franciscaanse of dominicaanse familie bestaat, maar waarom heeft het meer dan vier eeuwen geduurd voordat in ons land er een geestelijke familie blijkt te zijn die duidelijk geestverwant is aan de heilige Bask?

Een geschiedenis die ver teruggaat in het verleden

Ook al heeft Ignatius nooit een vrouwengemeenschap willen stichten, toch hebben talrijke congregaties sinds de 17e eeuw hun bestaan te danken aan vrouwen die op aansporing  van jezuïeten de Geestelijke Oefeningen hadden gedaan. Deze gemeenschappen bleven wel zelfstandig, maar werden ondersteund door jezuïeten – ook al zijn er in de loop van de geschiedenis onderlinge misverstanden geweest. Zo zijn ook van oudsher leken verbonden geweest aan ondernemingen van jezuïeten, zoals in de vele colleges.

Bovendien hebben Ignatius en zijn gezellen groepen gevormd van mannen en vrouwen die in de wereld uit de ignatiaanse spiritualiteit leefden[1].

  • Aansluitend bij het tweede Vaticaans Concilie werden de Mariacongregaties voortaan Gemeenschap van Christelijk Leven genoemd (GCL, of in het Frans CVX, Communauté de Vie Chrétienne). In Frankrijk zijn zesduizend mensen bij deze wereldgemeenschap aangesloten.
  • De Eucharistische Jongerenbeweging (MEJ, Mouvement Eucharistique des Jeunes) werd in 1962 gesticht, om talrijke jonge mensen in te leiden in een waarachtig geestelijk leven. Haar oorsprong ligt in 1844, toen het Apostolaat van het Gebed het levenslicht zag.
  • De groepering Cor Unum leeft in de traditie van het Hart van Jezus, volgens de weg die Ignatius van Loyola openlegde en Pierre de Clorivière verder uittekende.
  • Binnen de charismatische beweging beleven nieuwe groeperingen, zoals de Chemin Neuf, een verwantschap met Ignatius.
  • Men vergete niet andere soorten groepen met een meer indirecte of minder uitgesproken verwantschap, zoals de Franse Verkenners (dit jaar zullen ze vieren dat ze honderd jaar geleden gesticht werden door een jezuïet, pater Sevin) of de Christelijke Beweging van Leidinggevend Personeel (MCC, Mouvement Chrétien des Cadres).

 Een gemeenschappelijke geest

 Als we over een spirituele familie spreken, door welke gemeenschappelijke geest wordt deze dan wel bewogen? De leden zijn zeker met elkaar verbonden doordat ze de Geestelijke Oefeningen hebben gedaan, dat wil zeggen door op die wijze de persoonlijke ontmoeting te beleven met God, en door vanuit de beschouwing van de Christus uit de evangelies hun leven in zijn dienst te stellen. Het geestelijke leerproces van Ignatius van Loyola gaat uit van de overtuiging dat God zich aan ons meedeelt door inwendige bewegingen van vreugde of droefheid, neerslachtigheid of ondernemingszin.[2] Gods wil wordt daarin gezocht en maakt zich daarin kenbaar. Daarbij wordt steun geboden door een begeleider, een taak waaraan zich tegenwoordig mannen en vrouwen wijden uit verschillende lagen van de kerk. Het draait er vooral om eenheid in zijn leven te brengen.

De ignatiaanse geestverwanten worden ook gekenmerkt door een bepaalde verhouding tot de wereld. Ze verlangen immers God te vinden in alle dingen, door aandacht te besteden aan de innerlijke bewegingen van de Geest, waarbij vreugde richtinggevend is. In hun verlangen het evangelie in de wereld te brengen weten zij doortastendheid te paren aan terughoudendheid, naar het voorbeeld van Ignatius die grote nadruk legde op de discreta caritas.[3] Hun kerkelijke gezindheid gaat gepaard met een apostolische wijze van leven in de kerk, waarbij ze aandacht hebben zowel voor persoonlijke vrijheid als voor verbondenheid met de hiërarchische kerk.[4]

Het is dus niet zozeer hetgeen ze gezamenlijk doen wat bepalend is voor deze familie, als wel de geest waarin ze leven: “Er is iets diepers dat ons met elkaar verbindt: een bepaalde manier van zoeken naar God, het verlangen Hem te volgen, te dienen en lief te hebben, zoals Ignatius dat deed”, zei  hun de jezuïetenprovinciaal, François-Xavier Dumortier. Alles berust op Christus, die zijn dienaressen en dienaren tot zijn vrienden heeft gemaakt. Het gaat om een diep geestelijke en apostolische vriendschap, welke meer vruchten wil dragen. Was niet het motto van de bijeenkomst te Lourdes “Vrienden in de Heer”? In de loop der jaren heeft zich steeds meer een geestelijke en hartelijke vriendschap ontwikkeld, maar het ignatiaanse magis, “meer”, wil niet dat deze vrienden ooit verburgerlijken. Zonder dat ze daarom eeuwig onvoldaan zijn, zouden ze in dankbaarheid en vindingrijkheid voorwaarts willen gaan, steeds op zoek naar hetgeen het beste beantwoordt aan het dienen van Christus en van de mensen.

 Initiatieven van “uiteenlopende omvang”

Sinds het midden van de zeventiger jaren zijn er heel wat initiatieven gerealiseerd: een ignatiaans internoviciaat, waarin aan toekomstige religieuzen gemeenschappelijke conferenties en retraites worden geboden; het samen zich bezinnen op de Geestelijke Oefeningen, en de gewoonte ze te laten geven door “gemengde” teams, met name bij de retraites voor jongeren; de introductie in de colleges van een vorm van ignatiaanse begeleiding, die door verenigingen verzorgd wordt; de samenwerking in het studentenpastoraat; de retraites en conferenties voor het godsdienstige leven in de arbeiderswereld; de jezuïeten die de redacties van de tijdschriften of het professorencorps van de faculteiten voor leken en zusters openstellen…

Lang is de lijst van alles wat, uiteenlopend van omvang, geduldig bedacht is, waarbij zeer uiteenlopende vormings- en samenwerkingsverbanden nauwer op elkaar werden betrokken.  Met name bij het vorige jubileum in 1991, toen de geboortedag van Ignatius vijfhonderd jaar daarvoor herdacht werd, was er te Chantilly een bijeenkomst van jonge jezuïeten en ignatiaanse religieuzen. Daarna was er de pelgrimstocht van Lourdes naar Loyola, waarin bijna tweeduizend jongeren meeliepen over de wegen van Guipúzcoa en Navarra, op ontdekkingsreis naar Ignatius en Franciscus Xaverius. Een van de resultaten daarvan was dat er een Ignatiaanse Jeugdnetwerk ontstond, dat geïnspireerd en in stand gehouden wordt door onderlinge solidariteit. Dit netwerk biedt in Frankrijk en daarbuiten tientallen activiteiten, conferenties, retraites voor jongvolwassenen aan en laat deze actviteiten bij elkaar aansluiten. In de loop der jaren is men van samenwerking op individuele basis overgegaan op echte associaties tussen instellingen en bewegingen.

Andere gemeenschappelijke werken zijn na het Ignatiaanse Jeugdnetwerk ontstaan, zoals het Cised, dat te Saint-Denis aan buitenlandse studenten begeleiding en ondersteuning biedt, of de welbekende internetsite voor gebed Notre-Dame du Web.

Dankzij dit nieuwe jubileum is er een nieuwe stap gezet: door Christus centraal te stellen, zoals ze van Ignatius leerden Hem te volgen, hebben de geestverwanten van Ignatius samen nagegaan wat hen met elkaar verbindt en uit welke geest zij leven. En dat hebben ze opgewekt laten zien te Lourdes, dat een zo heel bijzondere plaats inneemt in de kerk van Frankrijk.

 Wat mogen we verwachten voor de toekomst?

 Met de ervaring van het jubileum wordt een grondslag gelegd: niemand zal nog kunnen terugkrabbelen en in de toekomst dingen “op eigen houtje” blijven doen. Jezuïeten, zusters en leken willen blijven nadenken over de uitdagingen die voor hen liggen om Christus te verkondigen. Zullen ze het vuur laten doven, hoewel ze op wacht staan? Of zullen ze het juist aanblazen?

Wil er een echte “ignatiaanse familie” zijn, dan moet er tussen ieder van haar leden gelijkheid bestaan. Maar wie zijn de vader en de moeder? Is de Sociëteit van Jezus de vader die het leven overdraagt, of is zij eerder de oudste zus van een menigte kinderen van Ignatius en van de eerste gezellen? Tot welke samenwerkingsverbanden zal men gaan komen? Hoe zal al hetgeen op zo uiteenlopende wijze gebeurt, in de toekomst op mekaar afgestemd worden volgens de plannen voor de zending?

Ongetwijfeld is een van de belangrijke factoren voor de toekomst dat deze familie “een duidelijker gezicht krijgt”. In veler ogen in de kerk worden met “familie van Ignatius van Loyola” de jezuïeten bedoeld. Het woord “ignatiaans” is voor veel mensen raadselachtig. Zullen de “ignatianen” erin slagen zich beter te doen kennen en herkennen door de wijze waarop zij het evangelie uitdragen en eruit leven? Wat hun te doen staat is samen nieuwe manieren te vinden om het woord van het evangelie te doen weerklinken, zoals dat staat in de liturgie van het feest van Ignatius: “Ik kwam om vuur op aarde te brengen en wat zou Ik graag willen dat het al brandde” (Lc 12,49).

uit: Christus 213 (januari 2007)

vertaling: Felix van Voorst tot Voorst S.J.

 

[1] De jaarlijkse “jubiloscoop” van de ignatiaanse familie in Frankrijk is te vinden op www.amisdansleseigneur.com.

[2] Zie Paul Legavre, Discerner la joie, in Christus, nr. 212, oktober 2006, p. 484-493.

[3] Zie Étienne Grieu, Une manière ignatienne de porter l’Évangile, in Christus, nr. 213, januari 2007, p. 100-108.

[4] Zie mgr. André Vingt-Trois, betoog tijdens de avondwake van 29 juli 2006 o.l.v. Christus (zie www.amisdansleseigneur.com).

Bekijk alle cardoner articles

Deel