Richtlijnen van Ignatius om zich te ordenen bij het eten

Richtlijnen om zich te ordenen bij het eten 1

Vasten is actueel en krijgt ook aandacht van niet-kerkelijke mensen. Voor christenen kan lichamelijk vasten een teken worden van genade: uiterlijke discipline als uiting van innerlijke vrijheid. Ignatius schreef er Regels over in de Derde Week van zijn Geestelijke Oefeningen.

Vasten is actueel en krijgt ook aandacht van niet-kerkelijke mensen. Voor christenen kan lichamelijk vasten een teken worden van genade: uiterlijke discipline als uiting van innerlijke vrijheid. Ignatius schreef er Regels over in de Derde Week van zijn Geestelijke Oefeningen.

door Gemma Simmonds CJ

Tijdens de afgelopen veertigdagentijd viel mij op hoeveel artikelen en gesprekken er gingen over het opgeven van bepaalde dingen en dan vooral met betrekking tot eten. Sommige auteurs schrijven over hoe bekenden die alle of alle andere religieuze praktijken hebben opgegeven, toch doorgaan met een vorm van vasten tijdens de veertigdagentijd. Anderen, die vanuit een geseculariseerd perspectief kijken naar het probleem van niet-duurzame consumptie, concluderen dat christenen hier misschien een punt hebben. Weer anderen zijn het er helemaal mee oneens.

“Waaruit bestaat dan dat geestelijke voordeel of de betekenis ervan?”, vraagt een collega-filosoof die sowieso sterk is in mij bestoken met vlijmscherpe vragen die me naar de paracetamol doen grijpen. “Het lijkt wel op een soort Kerstmis, maar dan andersom. Met kerst kijken ze uit naar alle lekkere dingen die ze zullen krijgen; tijdens de vasten geven ze wat het ook maar is dat ze lekker vinden op, maar wetend dat ze over zes weken kunnen stoppen en zich weer kunnen volproppen. Misschien dat ze dat laatste dan wel in extra sterke mate doen omdat ze in de zes voorgaande weken gewicht verloren en hun lever rust gaven zodat ze minder hoeven in te zitten over de gevolgen. Het lijkt op een trendy dieet met beloning.”

We drinken onszelf en anderen dood

Deze observatie is helemaal niet zo onredelijk en snijdt een buitengewoon actueel onderwerp aan. In de laatste tien jaar is in het Verenigd Koninkrijk het aantal sterfgevallen als gevolg van een leverziekte gestegen met ongeveer 25 procent – 90 procent van deze sterfgevallen betrof mensen van jonger dan zeventig jaar en veel van onder de veertig. In de gevangenis waar ik werk als vrijwilliger zitten meer mensen een straf uit vanwege moord onder invloed van alcohol dan onder invloed van drugs. We drinken onszelf en anderen dood. We eten onszelf ook dood.

Statistieken tonen aan dat meer dan 60 procent van de volwassenen en 30 procent van de kinderen last hebben van overgewicht: een op de vier volwassenen in Engeland lijdt aan obesitas waarbij meer dan 300.000 mensen te jong sterven door aan obesitas gerelateerde aandoeningen. “De weg van overdaad leidt naar het paleis van wijsheid”, schrijft William Blake in zijn Spreekwoorden van de Hel. “Je weet nooit wat genoeg is, tenzij je weet wat meer dan genoeg is.” Het probleem is, zo lijkt het, dat we niet weten wat meer dan genoeg is, of, als we het wel weten, we er dan niets mee kunnen of willen doen. Als de weg van overdaad op een of andere manier leidt naar het paleis van de wijsheid, dan bestaat het gevaar dat we te dronken zijn om een rechte lijn te lopen en te dik om door de deur te kunnen wanneer we er eenmaal zijn.

Is vasten tijdens de veertigdagentijd inderdaad zinloos?

Heeft mijn filosoof-vriend dus gelijk wanneer hij denkt dat vasten tijdens de veertigdagentijd eigenlijk zinloos is als geestelijke oefening, een onevenwichtige spirituele versie van versterving/exces boulimia? Ik denk dat dit zo zou zijn wanneer we het bezien vanuit onze spiritueel magere tijd, omdat het dan binnen de gewraakte cirkel van verslaving blijft. Maar Sint-Ignatius had andere ideeën: in de Geestelijke Oefeningen schreef hij een bijzondere korte pagina genaamd “Richtlijnen om zich voortaan in het eten te ordenen”. Deze komt aan het eind van de derde week van de Oefeningen die begint met het Laatste Avondmaal en eindigt met de dood van Christus en zijn begrafenis.

De retraitanten zien deze richtlijnen gemakkelijk over het hoofd door het drama van Wagneriaanse proporties waarbij zij betrokken zijn terwijl zij op volle kracht vooruit gaan naar de wederopstanding. Ook slaan sommige begeleiders ze over omdat zij zich ongemakkelijk voelen door de middeleeuws aandoende teneur en het feit dat de details met betrekking tot het vasten mogelijk tot scrupules kunnen leiden. Ignatius, echter, deed niets zomaar en deze bladzijde bevindt zich in het hart zowel van de Oefeningen als van het passieverhaal omdat het hier uiteindelijk gaat over hoe we omgaan met een ongeordende eetlust.

Waarom de eetlust beteugelen?

Het doel van het beteugelen van de eetlust is tweeledig. Het is om overmaat, ongeordendheid en verleiding te vermijden, maar ook om te zorgen voor een effectieve manier om sacramenteel te bidden en te leven als een geïntegreerde persoon. Hierbij staat een teken aan de buitenkant voor de genade aan de binnenkant waar we naar streven – te weten werkelijke vrijheid van hart. Ignatius was bekend met ziekten die samenhangen met vasten en gaf op oudere leeftijd toe dat ook dit een vorm is van dwangmatigheid. Door gebruik te maken van de kracht van de inbeelding – een methode die goeroes die dieethypnose toepassen ook volgen – benadrukt hij de harmonie en de orde die komen wanneer we evenwicht en beperking onderdeel maken van onze dagelijkse manier van leven.

De hele bladzijde is een oefening in agere contra, Ignatius’ idee dat zachtjes aan in de richting gaan die tegengesteld is aan die van een op hol geslagen impuls ons kan helpen om ons evenwicht te hervinden. Dit sluit aan bij de allereerste paragraaf van de Oefeningen waar het gaat over “zichzelf te overwinnen en zijn leven te ordenen zonder zich te laten leiden door een ongeordende gehechtheid” en zo Gods wil beter te zoeken en te vinden met als gevolg de volledige opbloei van de menselijke mogelijkheden.

Het maken van keuzes en het voorbeeld van Jezus

En zo keren we terug naar het vasten tijdens de veertigdagentijd en de samenhang ervan met het lijden van Christus. Door de hele Oefeningen, net zoals in de evangelies, loopt de rode draad van het maken van keuzes. We zien de grote en kleine keuzes die wij maken in het licht van de keuzes gemaakt door Jezus: wanneer Hij onze wereld binnengaat en leeft als het vleesgeworden Woord, tijdens de verleidingen in de woestijn, wanneer Hij het Koninkrijk verkondigt en vorm geeft aan een speciale vorm van Messias-zijn, in de Hof van Getsemane, in zijn dood. Het zijn allemaal keuzes van een dwaze God van wie de dwaasheid wijzer is dan onze wijsheid en die zijn macht laat zien door deze los te laten.

Onze wereld is systematisch onderworpen aan niet-duurzame consumptie. Ten goede of ten kwade zijn we allen betrokken in de systemen die dit onhoudbare consumptiemechanisme creëren en in stand houden. Zij groeien en bloeien op gedrevenheid: de gedrevenheid van hen van wie het dagelijks geploeter het mogelijk maakt voor een minderheid in de wereld boven haar stand te leven en de gedrevenheid van hen die zich tot het uiterste inspannen om een niet-duurzame levensstijl, opgeblazen door welvaart, vol te houden.

Onze verslavende en dwangmatige gewoonten

De consumptiecultuur en de levensstijl die door velen is aangenomen als de prijs die je moet betalen om erin te leven, leiden tot een heel spectrum van verslavende en dwangmatige gewoonten. Wanneer deze plaatsvinden op het niveau van het lichaam, dan moeten onze tegenculturele geestelijke gewoonten dat ook doen. Eten is enorm problematisch voor vrouwen die beheerst worden door een ideaal betreffende hun lichaam dat hen wordt opgelegd door modetijdschriften en sociale media en voor zowel mannen als vrouwen is voedsel vaak een onderdeel van diepgewortelde compensatiemechanismen. Je hoort mensen vaak spreken over hun relatie met voedsel in termen van verslaving. Hoewel het geen verslaving is in de normale zin van het woord kunnen we toch eetgewoonten hebben die dwangmatig zijn waarbij we het gevoel hebben ze niet onder controle te hebben.

Een bijkomende uitdaging wat voedsel betreft, is dat het nu juist het enige is waarvan we niet kunnen afkicken. We moeten nu eenmaal eten om te leven, zelfs wanneer we een strijd leveren om het verschil te kennen tussen wat genoeg is en wat meer dan genoeg en dit verschil te bewaken. Vasten, in de juiste spirituele context, is niet een doel op zich. Wanneer retraitanten de wederopstanding en de kracht van de Heilige Geest scherper in beeld krijgen tijdens week vier van de Geestelijke Oefeningen en in hun leven na de Oefeningen, is het idee dat zij een gebedservaring incarneren waarbij zij vrij zijn van diepgewortelde illusies en dwangmatigheden en om op een dagelijkse basis keuzes te maken – het doel waartoe God hen geschapen heeft. Dit komt tot uiting in het leerling te zijn van Jezus in de manier van leven die voor ons is weggelegd en werkt door tot in de kleinste details van hoe wij ons leven leiden.

Niet per se onze honger naar voedsel is disfunctioneel…

Bij de Richtlijnen om zich te ordenen bij het eten gaat het over boete doen en matigheid. Ignatius merkt op dat de belangrijkste reden om boete te doen is om tot verzoening te komen na gezondigd te hebben, om ongeordende behoeften te overwinnen en om een genade te verkrijgen waar zeer naar verlangd wordt. Centraal bij het boete doen is een helder inzicht over wat de oorzaak is van ons ongeordend leven; een dergelijk inzicht is het waard om voor te bidden en te vasten. De disfunctionele honger van velen is wellicht niet naar voedsel, maar naar macht, geld, status, image of succes. Misschien gaat het om werkverslaving, verslaving aan plezier of ingebeelde behoeften in de jacht op vervulling van ingebeelde ambities. In al deze gevallen betreft het vluchtgedrag voor de waarheid over onszelf.

De dwangmatige compensatiemechanismen die de pijn van het moderne leven verdoven, kunnen zijn: televisie, sport, internet en sociale media, shopping of zelfs inspanningen voor een geestelijk leven – alsof dit een keuze of een bijkomstigheid in het leven betreft. Het is belangrijk om voldoende aandacht te geven aan deze en andere impulsen die ons kunnen beheersen. De kruisiging van Jezus bevrijdde zijn volgelingen van veel illusies en gaf hen inzicht in hun armoede. De Oefeningen van Ignatius maken ons bewust op het niveau van onze gevoelens en ons inbeeldingsvermogen, maar ook op het niveau van onze zintuigen en lichamelijkheid, van de dynamiek van bepaalde mechanismen. Hiervan proberen we tijdens de veertigdagenperiode meer bewust te worden zodat we onszelf duidelijker kunnen bezien vanuit de kracht van de verrezen Christus.

Een stap zetten in het ontdoen van illusies

De verschijningen van de wederopgestane zijn een stap verder in het proces van het zich ontdoen van illusies; zelfs de meest gekoesterde illusie van hoe God handelt. De volgelingen van de gekruisigde Christus raken zo in staat om zichzelf en hun plaats in de schepping te zien met de ogen van de Schepper. Op deze manier wordt het mogelijk te leven volgens de dynamiek van de wederopstanding en te leren geleid te worden in een houding van armoede van geest; weerstand biedend aan controledrang, behoefte aan zekerheid en genotzucht. Dit wordt een onderdeel van de bevrijding van de aarde die onderworpen is aan ons hoog opgevoerde en niet-duurzame consumptiegedrag.

Terwijl de kerk zich klaarmaakt voor de beschouwing van de passie in de Goede Week, komen velen van ons aan het eind van onze vasten van dit jaar en bereiden wij ons voor op de viering van het paasfeest met de doorvoelde kennis van hoe goed de Heer is. Het kan echter nuttig zijn om zich Ignatius’ commentaar te herinneren op de bewondering van zijn biograaf Gonçalves da Câmara voor iemand die bekend stond als een man van gebed. Ignatius corrigeerde hem door te zeggen: “Hij is een man van grote versterving”. Het is goed mogelijk dat zelfbeheersing en niet exces de weg is die leidt naar het paleis van de wijsheid.

Zelfverloocheningen?

Voor velen is de term “zelfverloochening” problematisch omdat dit lijkt op een vorm van zelfverminking. We spreken hier echter van de zelfverrijking die komt wanneer we niet langer overgeleverd zijn aan de grillen van onze oppervlakkige verlangens. Ik schakel mezelf niet uit wanneer ik hier weerstand aan bied; ik schakel mezelf juist uit wanneer ik mezelf volprop of toegeef aan een of andere dwangmatigheid. Nietzsche beschreef christendom in termen van zelfontkenning, masochisme en sadistisch genot bij het zien van menselijk lijden. Wanneer je zo denkt, worden het ultieme offer van Christus of van een martelaar en de kleine offers van een boeteling pure zelfkastijding.

Ignatius zag de herordening van oppervlakkige begeertes als een weg naar zelfkennis en naar bevrijding van dwangmatigheden. Net als gebed is dit het waard om een integraal onderdeel te worden van de structuur van ons leven en niet iets dat bij bepaalde liturgische aangelegenheden weer eens afgestoft wordt, want als je het op die manier opvat, heeft mijn filosofische vriend gelijk.

Dit artikel verscheen in Cardoner, het tijdschrift over ignatiaanse spiritualiteit.

Leven met angst, medicatie en gebed 5

uit: The Way, April 2018
vertaling: Wiggert Molenaar S.J.

 De auteur is lid van de Congregatie van Jezus, ook wel bekend als de Mary Ward Sisters, een congregatie met een spiritualiteit die dicht staat bij die van de Sociëteit van Jezus. Spiritualiteit is één van zuster Simmonds’ academische interesses, naast ecclesiologie en pastorale theologie. Maar ook buiten de academie is ze actief: ze werkte als pastor in een gevangenis en onder straatvrouwen en kinderen in Brazilië.

Bekijk alle cardoner articles

Deel