Leven met de Geestelijke Oefeningen. Mary Blickman.

Leven met de Geestelijke Oefeningen. Mary Blickman.

door Hans van Leeuwen S.J.

door Hans van Leeuwen S.J.

Ook spiritualiteit is tijdgebonden. Was het geven van bezinningsdagen in de jaren vijftig van de vorige eeuw vaak eenrichtingsverkeer, in de tijd daarna veranderde dat in een groeiende aandacht voor het persoonlijk groeiproces in mensen die zich aandienden voor enige vorm van bezinning.

Op 21 augustus 2013 overleed mevrouw Mary Blickman, geestelijk begeleidster van velen, en lid van de redactie van Cardoner van 1996 tot 2007.  Als vrouw in een team dat verder alleen uit jezuïeten bestond, had zij haar eigen inbreng. In haar persoonlijke geschiedenis weerspiegelt zich de verandering in de spiritualiteit van de laatste decennia.

Allereerst moest de gepreekte retraite steeds meer plaats maken voor de persoonlijk begeleide retraite. Je was niet langer een min of meer anonieme deelnemer aan een groepsgebeuren dat bepaald werd door de inleidingen van de “retraitepater”, maar koos veel bewuster voor een vorm van bezinning waarbij je persoonlijk werd begeleid en de teksten die je kreeg ter overweging, aangepast waren aan jouw eigen proces. Het werd veel meer een persoonlijke ontmoeting met Jezus en zijn heilsgeschiedenis: het eigen geloofsverhaal kreeg steeds meer ruimte.

Was de klassieke vorm van retraite doen iets wat zich binnen de katholieke zuil afspeelde, de nieuwe methodiek maakte de Geestelijke Oefeningen zoals die door de jezuïeten gebruikt worden toegankelijker voor een groter publiek, misschien ook een ander publiek. Het werd meer een zaak van eigen inzet en persoonlijke geschiedenis als gelovige dan mogelijk was binnen het collectieve gebeuren van het cultuurkatholicisme, waarbinnen men veel dingen deed en accepteerde omdat het nu eenmaal zo was. De nieuwe manier van beleven van spiritualiteit maakte bewuster en had meer relatie met het eigen leven.

Mary Blickman was dat proces in persoon: het was voor haar een ontdekking dat de Geestelijke Oefeningen alles met je eigen leven te maken hebben. Dat bracht haar in contact met een tweede ontwikkeling in het geven van de Oefeningen: naast de zogenaamde gesloten retraite, veelal in stilte, kwam er steeds meer vraag naar een bezinningsvorm die gestalte kon krijgen in het dagelijkse leven. Het “gewone leven” gaat daarbij door, je trekt je niet terug, maar ruimt iedere dag wel een bepaalde tijd in voor gebed. De persoonlijke begeleiding is ook hier belangrijk, krijgt er daardoor een dimensie bij, komt nog meer midden in het leven te staan, en dat maakte het mogelijk om de Geestelijke Oefeningen niet alleen aan religieuzen en priesters te geven, maar ook aan leken, man en vrouw, jong en oud.

Deze vorm van retraite stelt aan de begeleiding weer andere eisen, vraagt een andere gevoeligheid. Ja, misschien was zelfs wel een ander soort begeleiders nodig. Die vragen hielden Mary sterk bezig. Hoe blijft de dynamiek van de Geestelijke Oefeningen haar kracht behouden ook in deze vorm van retraite? Hoe vertalen we die dynamiek naar de levensomstandigheden van steeds weer andere mensen? Praktisch als ze was ingesteld zocht ze ook naar middelen die begeleiders zouden kunnen  helpen.

Dat bracht opnieuw een ontwikkeling met zich mee in het geven of beter het begeleiden van de Geestelijke Oefeningen. Ze worden nu niet meer alleen door priesters, wel of niet jezuïet, maar ook door andere religieuzen begeleid, en ook steeds meer door leken. De Geestelijke Oefeningen zijn niet langer het privé-eigendom van de jezuïeten, al blijft het een dierbaar erfgoed, een vrucht van de ignatiaanse spiritualiteit. Het is zaak om dat erfgoed zo goed mogelijk over te dragen. Mary, zelf geen jezuïet, ging dat zeer ter harte.

Een goede vorming van de nieuwe generatie begeleiders werd nodig. Samen met een team van jezuïeten zette Mary meerdere sessies op om theorie en praktijk van het geven van de Oefeningen door te geven. Vrucht en neerslag van die sessies was een werkboek, dat nog steeds een hulp is voor wie zich deze bekwaamheid meer eigen wil maken. Mary Blickman, als leek en als vrouw, had een markante bijdrage in deze ontwikkelingen en hielp om ze concreet vorm te geven.

Sprak je vroeger van het “doen” of het “geven” van de Geestelijke Oefeningen, in het spraakgebruik kregen deze woorden een heel andere betekenis. Spiritualiteit was niet langer een systeem of een sjabloon dat op velen kon worden toegepast: als je vertrouwd raakte met de inhoud van deze Oefeningen, werden ze een manier van doen voor jou zelf, geïntegreerd in jouw eigen levenswijze en -ervaringen. De ontwikkelingen die zich in de afgelopen vijftig jaar in het geven en begeleiden van de Oefeningen hebben voorgedaan, weerspiegelen zich in de activiteiten van Mary Blickman en hebben in Nederland en Vlaanderen mede door haar bijdrage vorm gekregen. De Oefeningen konden effectief worden in alle levenssituaties. Spiritualiteit werd een manier van leven.

eerder verschenen op www.igniswebmagazine.nl

Bekijk alle cardoner articles

Deel