Gedachten over beginnen en ophouden

Gedachten over beginnen en ophouden 1

door Christoph Kentrup S.J.

door Christoph Kentrup S.J.

Geestelijke Oefeningen vragen om een begin, maar ook om een einde. Ignatius noemt dat “vaste tijden”. Dat lijkt vanzelfsprekend en doodgemakkelijk, maar heel wat mensen hebben daar telkens weer problemen mee.

Wanneer je ervoor kiest tijd voor jezelf en voor God te reserveren, dan zul je andere dingen uit moeten schakelen. Je moet dus heel bewust een begin maken. Dat betekent dat ik de ruimte afsluit voor anderen die zich, bewust of onbewust, willen bemoeien met mijn persoonlijke tijd. Zelf beslis ik wie de baas is over mijn tijd en daarmee ook over mijn gedachten, impulsen, werkzaamheden en relaties. Uiteindelijk gaat het om kleine oefeningen om vrij te worden. Wie bij het begin al probeert helderheid te scheppen, zal merken hoe moeilijk dat is. Iedereen die ervoor kiest bewust een begin te maken, zal ontdekken, hoe veel zich daar innerlijk en uiterlijk tegen verzet.

Hetzelfde geldt voor het ophouden. “Vastgestelde tijd” betekent immers dat men zelf beslist hoe lang de tijd voor bezinning zal duren. Maar het is nodig dat tijdstip van te voren al vast te leggen. Want hoe vaak kom je niet in de verleiding op de klok te kijken of al eerder op te houden omdat het je toch maar weinig oplevert! Van binnenuit komen heel wat impulsen om je weg te lokken uit datgene waaraan je begonnen bent.

Als je het tijdstip om te stoppen niet vastlegt dan kan dat leiden tot het tegenovergestelde van wat je je had voorgenomen. Ik heb meegemaakt dat mensen tijdens een retraite het liefst helemaal niet wilden ophouden. Ze wilden liever blijven hangen bij de mooie overwegingen en gebeden. Maar het gevolg daarvan is dat alles door elkaar gaat lopen: tijd van gebed, ontspanning, concentratie, vruchten van het gebed.

Met aandacht beginnen en ophouden brengt een duidelijke structuur. Dat geldt niet alleen voor de Oefeningen, maar ook voor allerlei alledaagse situaties. Ik ontdek bij mezelf hoe het de aandacht voor een situatie of een persoon verbetert als ik structuur geef aan mijn leven. Ik maak me bewust los van een of andere activiteit en sluit ze af.

Ignatius noemt deze manier van doen “zich afzonderen” en dat betekent “scheiden”. Hans Urs von Balthasar vertaalt dit woord met “zich afscheiden”, in de “afgescheidenheid” treden. In zijn Geestelijke Oefeningen noemt Ignatius verschillende voordelen: “Hij (dat wil zeggen hij of zij die zich oefent) beschikt vrijer over zijn natuurlijke vermogen om met ijver te zoeken naar wat hij zich wenst”. En: “Hoe meer onze ziel zich in afzondering begeven heeft, des te beter is zij in staat om haar Heer en Schepper te naderen en tot Hem te komen” (zie GO 20).

Het klinkt paradoxaal, maar het is waar: als iemand de communicatie van alledag bewust achter zich laat, wordt de innerlijke communicatie beter, levendiger, vloeiender. De relatie met God en de mensen wordt op een nieuwe manier mogelijk. Onduidelijkheden, wanorde en overlap door bijzaken worden minder. Het alledaagse leven met zijn opgaven en ook het denken wordt geconcentreerder en effectiever.

Daarom stel ik de volgende oefening in beginnen en ophouden voor:

1. Probeer eens heel precies een tijd voor jezelf en voor een persoonlijke bezinning vast te leggen, ook als het maar vijf minuten betreft. Kies er bewust en beslist voor deze tijdspanne te beginnen. Een eigen ritueel kan helpen om dit moment vorm te geven.

2. Probeer de oefening meerdere malen per week te verrichten. Kies voor een bepaalde dag. Bekende vormen zijn een time-out of een zogenaamde “woestijndag”.

3. Zoals je duidelijk en bewust vorm gegeven hebt aan het beginpunt, doe dat op dezelfde manier ook met het eindpunt, het afsluiten van een oefening of bezigheid.

Tenslotte: vergeet daarbij je humor niet anders leidt dit alles tot een nieuwe slavernij. Een oudere man die deelnam aan Geestelijke Oefeningen in het dagelijks leven vertelde me dat hij alles had voorbereid voor zijn oefening: de telefoon was uitgezet en ook de huisbel; hij had zelfs zijn buren op de hoogte gesteld. Eén ding was hij echter vergeten: zijn kat — en die had toevallig net minder zin in een stille tijd dan haar baasje.

uit: Jesuiten, maart 2014           
vertaling: Peter van Gool S.J.

De auteur pater Kentrup (*1947) is lid van de Duitse jezuïetenprovincie. Hij is directeur van een retraitehuis in München. Eerder was hij geestelijk begeleider van de studenten in het Pontificium Collegium Germanicum et Hungaricum in Rome.

 

Bekijk alle cardoner articles

Deel