Een cursus geloofsvorming op ignatiaanse grondslag

 door  Jean Bastiaens

 door  Jean Bastiaens

De cursus kwam tot stand in de context van het christelijk vormingswerk in Vlaanderen (CCV) en heeft ondertussen viermaal plaatsgevonden.  Nadat hij drie keer had deelgenomen aan een door de Vlaamse jezuïeten georganiseerde pelgrimstocht langs de Cardoner in Noord-Spanje, werkte Jean Bastiaens op basis van die ervaring een cursus geloofsvorming uit.  Hieronder stelt Jean het project voor. De auteur is exegeet en directeur van het Bijbelhuis Zevenkerken (Brugge). Van 2007 tot 2009 was hij lid van de redactie van Cardoner.

 De aanleiding: op stap langs de Cardoner

In het jaar 2001 ging ik voor de eerste maal mee met de pelgrimstocht die begon bij de grens van Andorra met Spanje en het klooster van Montserrat als eindbestemming had. De tocht liep voor een groot stuk langs de rivier de Cardoner. Aan die rivier heeft Ignatius een belangrijke religieuze ervaring gehad, die hij beschrijft in zijn autobiografie Het verhaal van de pelgrim. Het was geen visioen, zegt hij zelf, maar hij had het gevoel dat zijn verstand verlicht werd, en dat hij opeens veel inzicht kreeg in de samenhang van zaken die geestelijk van aard zijn. Het was alsof heel zijn denken vernieuwd werd. Het is een ervaring die we graag allemaal zouden meemaken.

Als je onderweg bent, op tocht zoals Ignatius, en je passeert monumentale en adembenemende landschappen, en als je dan moet vechten met de dorst en je fysieke grenzen, dan ontstaat gaandeweg een openheid voor het transcendente. Wie aan de grens van zichzelf komt, al is dat op de eerste plaats een fysieke grens, krijgt het verlangen om de overkant van die grens af te tasten. Er treedt een lichamelijke zuivering op, die ook de geest stap voor stap meer opent voor nieuwe ervaringen en nieuwe inzichten. Dat heb ik zelf ervaren, maar ik heb het ook zien gebeuren bij andere deelnemers, die ik als geestelijk begeleider in een klein stapgroepje mocht ondersteunen. Het dragen van je eigen lasten in de vorm van een rugzak bleek opeens een weldaad te worden. Wat zeulden we allemaal met ons mee? En gingen we met ons leven de goede richting uit? Een pelgrimstocht blijkt een aangewezen manier om de geestelijke dimensie van het leven op het spoor te komen en om tot een “vernieuwing van het denken” te komen.

Natuurlijk was het stappen maar een deel van de tocht. Behalve de eigen rugzak werd er ook geestelijke bagage meegegeven. Iedere ochtend hield Wauthier de Mahieu S.J. een inleiding, hij nam ons mee op een innerlijke weg. Die weg begon met het openstaan voor de nieuwe omgeving waarin we ons bevonden, voor de indrukwekkende landschappen, de heerlijke natuur. Er ontstond verwondering, en ook dank om zoveel moois dat “om niet” aan ons gegeven is. Na de inleidingen gingen de stapgroepjes op eigen ritme op weg. Ergens onderweg werd halt gehouden voor een halfuur stilte. Iedereen kreeg de kans om de inleiding van de ochtend te hernemen of om enkele daarbij gegeven tekstjes te lezen of met een gebed tot stilte te komen. Na dat halfuur gingen we gewoon verder. Ergens in de namiddag hielden we dan halt voor een uitwisseling. Wat had de inleiding bij mij opgeroepen? Waar sta ik op mijn levensweg? Elke dag voegde een nieuw element aan het geestelijk avontuur toe. De inleidingen ondersteunden het proces van de geestelijke weg. En ’s avonds was er altijd een gebedsmoment of een eucharistieviering.

De dynamiek van de tocht was ontleend aan de Geestelijke Oefeningen van Ignatius. Je zou het een vertaling kunnen noemen van de Geestelijke Oefeningen naar een nieuw concept, waarin rekening gehouden werd met het genre van een echte pelgrimage, het op stap zijn met een grote groep, het uitwisselen in de kleine stapgroepjes, de duur van de tocht (tien dagen).

Een cursus geloofsvorming

Na de ervaring van de pelgrimstocht dacht ik dat het mogelijk moest zijn om de dynamiek van die tocht te vertalen in een ander concept: dat van een cursus geloofsvorming. De Basiscursus Geloofsvorming is bedoeld voor mensen die zichzelf gelovig noemen, maar die dit geloof meer grond onder de voeten willen geven. Voor veel mensen – óók voor veel vrijwilligers in de kerk – blijft het geloof iets tamelijk abstracts, iets waarover ze moeilijk praten. Het is niet alleen een kwestie van “geen woorden hebben”, er speelt ook een bepaalde schroom en verlegenheid mee die typerend is voor het huidige tijdperk. In deze cursus staat het geloof en het zich uitspreken over dat geloof centraal. De invalshoek is echter niet op de eerste plaats cognitief. De cursus wil vooral kansen creëren om nieuwe geloofservaringen op te doen, tijdens de cursus, en dat in de context van een groep van geloofsgenoten die eenzelfde weg willen gaan. De bijeenkomsten spelen zich dus vooral af op het niveau van de geloofsbeleving. De reflectie maakt daar uiteraard altijd deel van uit.

Om tot geloofsbeleving te komen, heb je tijd nodig en moet er een proces op gang gebracht worden. Daarom duurt deze cursus ongeveer een half jaar, met wekelijkse samenkomsten. Stap voor stap groeien de deelnemers in het onderlinge vertrouwen en worden ze meegenomen door de dynamiek van de cursus. Alles is zeer goed voorbereid: elke bijeenkomst is tot in de puntjes uitgewerkt, er wordt gespeeld met uiteenlopende werkvormen, zowel de taal als het beeld spelen een belangrijke rol. Van de deelnemers wordt maar één ding gevraagd: openheid. Wie beslist heeft mee te doen, gaat een engagement aan en moet er beslist “zin” in hebben. Daarom is een adequate bekendmaking van de cursus en het houden van goede intakegesprekken niet zonder belang.

Basisingrediënten

De volgende ingrediënten zijn bepalend voor elke samenkomst van de cursus:

–        een weg van persoonlijk geloof gaan
–        samen met anderen
–        trouw aan de tijd
–        leren luisteren naar anderen
–        en mijzelf leren uitspreken
–        met ruimte voor ieders eigenheid
–        gevoed door het leven gevende Woord
–        in een klimaat van openheid en delen
–        met een diversiteit van gebedsmomenten en gebedservaringen.

Het gaat dus om een persoonlijke geloofsweg, maar deze staat niet los van de geloofsweg van andere mensen. De groep speelt in het proces een belangrijke rol. Mensen steunen elkaar, dagen elkaar uit, zijn verrast dat het mogelijk is op een vrije manier over geloofservaringen te praten. Het vraagt wel om trouw: in principe kan geen enkele samenkomst gemist worden, zowel vanwege de dynamiek die voortvloeit uit de opbouw van de cursus, als juist omwille van het groepsproces. De basis van elk samenkomen is de levende God die roept: zijn Woord staat centraal, ook visueel, want in het midden van de kring ligt ook altijd de opengeslagen Bijbel. In wezen is de cursus een gebedsschool: mensen leren voeling krijgen met de rijkdom van het gebed, met de stilte, met het “leven voor Gods aanschijn”. Communicatief gezien steunt de cursus op twee pijlers: het actief leren luisteren naar de ander en het leren zichzelf uit te spreken. In tal van werkvormen worden deze twee vaardigheden ingeoefend en verdiept.

Gedurende een half jaar…

Als je mensen vraagt zich wekelijks te engageren gedurende een half jaar, schrikken ze terug. Een half jaar lang!? Maar wat blijkt: bij elke terugblik, op het einde van de cursus, is de unanieme ervaring dat het eigenlijk zo snel is voorbijgegaan. Geen wonder, want als blijkt dat ik tot in mijn eigen existentie aangesproken wordt en dat er daadwerkelijk iets wezenlijks aan mij gebeurt in de loop van dat half jaar, dan is de tijd eerder te kort.

De cursus is als volgt opgebouwd:

–        startdag (op een zaterdag), ergens in de eerste helft van november
–        eerste blok: vijf bijeenkomsten (november-december)
[twee weken “vrij” – kerstvakantie] –        tweede blok: vijf bijeenkomsten (januari-februari)
[twee weken “vrij” – krokusvakantie] –        derde blok: vijf bijeenkomsten (maart-begin april)
–        slotdag (op een zaterdag), begin april, met Pasen in het verschiet.

Het is duidelijk dat de cursus wil profiteren van de kracht van het kerkelijk jaar: de sterke tijden van advent en veertigdagentijd zijn erin verdisconteerd. En de cursus eindigt tegen de tijd dat Pasen echt dichtbij komt.

Het gaat dus om twee dagen en vijftien avonden. Afhankelijk van de kalender zal het tweede blok soms uit zes bijeenkomsten bestaan in plaats van vijf, en het derde blok uit vier bijeenkomsten, omdat we absoluut vóór de start van de Goede Week willen afronden.

De bijeenkomsten beginnen stipt om 19.45 uur en eindigen ook stipt om 22.00 uur. Elke bijeenkomst staat beschreven in de werkmap, met een aparte tekst voor de begeleiders. Het is een teken van respect en gastvrijheid om op tijd te beginnen en ook op tijd te eindigen.

Verloop van de cursus

Voor de opbouw van de cursus heb ik mij laten leiden door de dynamiek van de Cardonertocht met zijn duidelijk ignatiaanse grondslag. De concrete uitwerking is natuurlijk helemaal anders geworden. Het maakt immers een groot verschil uit of je met een groep een staptocht onderneemt van tien dagen of dat je gedurende een halfjaar wekelijks samenkomt. Bovendien is de Basiscursus Geloofsvorming sterker Bijbels georiënteerd, in die zin dat er tijdens elke samenkomst gewerkt wordt met één Bijbeltekst. Het verloop van de bijeenkomsten (de avonden) heeft dikwijls eenzelfde structuur, met de volgende ingrediënten:

–        ontvangst en terugblik op de afgelopen week (15 minuten)
–        themastelling (10 minuten)
–        werkvormen (tekstmeditatie of individuele opdracht of…)
–        pauze
–        werkvormen (beeldmeditatie of groepsgesprek of…)
–        gebedsmoment (10 minuten)
–        naar huis… (22.00 uur!)

De startzaterdag is een kennismakingsdag: met elkaar en met de cursus. De slotzaterdag gaat ’s ochtends over de laatste stap van het geloofstraject (de verrijzenis) en sluit ’s middags af met een “evaluatie” van de eigen afgelegde geloofsweg.

We openen altijd met een terugblik: we brengen in het kort in herinnering waar we de vorige week mee bezig zijn geweest en geven de deelnemers de kans om, als ze dat willen, te vertellen hoe ze daar in de loop van de week nog mee bezig zijn geweest. Maar in de terugblik kunnen ook andere zaken aan bod komen, zoals bepaalde storingen (“Ik heb deze week iets vervelends meegemaakt, en dat wil ik even kwijt”).

Na de terugblik volgt de themastelling. Hier wordt teruggegrepen op het thema van de vorige bijeenkomst met als doel om in het proces van de geloofsweg een nieuwe stap te zetten. De themastelling geeft de rode draad van de geloofsweg weer. De themastellingen zijn geïnspireerd op de “ochtendinleidingen” van de Cardonertocht, maar zijn toch helemaal anders verwoord. Ook hier weegt de Bijbelse ondergrond zwaarder door.

Na de themastelling gaan we aan de slag. We gebruiken een grote variëteit aan werkvormen: individuele opdrachten, gesprekken in duo’s of in kleine groepjes, opdrachten voor kleine groepjes, inleefoefeningen, beeldmeditaties, tekstmeditaties enz. De afwisseling is belangrijk: het gaat zowel om het aandachtig luisteren (naar de ander of naar het Woord) als om het verwoorden van de manier waarop men zich aangesproken weet. Centraal staat het hier en nu: we zijn niet bezig met geloofservaringen die we ooit – daar en toen – hebben gehad, maar met dat wat ons in het hier en nu aanspreekt, met ons gelovig beleven nu. Wanneer we naar het Woord luisteren, spreekt de Levende ons aan en komt Hij binnen in het leven zoals dat nu is.

De meditaties zijn belangrijk, omdat beelden andere kenlagen aanspreken dan woorden. Er staat altijd een scherm opgesteld voor het projecteren van beeldmateriaal. Soms werken we ook met foto’s.

Er is één ding dat we bij voorkeur niet doen: discussiëren. Er wordt uitgewisseld, er worden vragen gesteld om de ander beter te verstaan, maar er wordt niet gediscussieerd. Dat is niet omdat een discussie zinloos is, maar omdat de Basiscursus zich vooral afspeelt op het contemplatieve niveau. Het is de rol van de groepsbegeleiders om ervoor te waken dat de contemplatie in alle werkvormen de boventoon houdt. Dat vraagt soms om een gepast ingrijpen.

Elke bijeenkomst wordt afgesloten met een gebed. Eigenlijk zijn we gedurende heel de samenkomst in God, we leven coram Deo, en als teken daarvan staat of ligt er in het midden een icoon van Christus. Maar op het einde maken we dat bidden expliciet: met een gebed, een woord, een lied.

Inhoudelijke opbouw

De Basiscursus Geloofsvorming heeft een opbouw die het voor de maximaal veertien deelnemers mogelijk moet maken om de geloofsweg stap voor stap te gaan. De opbouw ziet er concreet als volgt uit:

–        Startzaterdag: Samen op weg. Kennismaken met elkaar en met de cursus (“onze manier van werken”). Bijbeltekst: Lucas 24,13-35 (de Emmaüsgangers).

–        Eerste bijeenkomst: Op weg gaan en mij openstellen. Bijbeltekst: Psalm 139.

–        Tweede bijeenkomst: Ik en de ander – Wie maakt mijn leven compleet? Bijbeltekst: Genesis 1,1-24 en 2,8-9.18-25.

–        Derde bijeenkomst: Ben ik wel zoals ik mijzelf voorstel? Gecorrigeerde (zelf)beelden. Bijbeltekst: het boek Jona.

–        Vierde bijeenkomst: En als God nu eens anders is? Bijbeltekst: Exodus 2,23-4,20 (God openbaart zich aan Mozes).

–        Vijfde bijeenkomst: Godsbeelden uit mijn jeugd. Bijbeltekst: Johannes 9,1-41 (de gecontesteerde genezing van een blinde).

–        Zesde bijeenkomst: De wereld om mij heen is mooi, maar wat met het lijden? Bijbeltekst: Lucas 10,25-37 (de barmhartige Samaritaan).

–        Zevende bijeenkomst: Onmacht en het kwaad in mijzelf: durf ik in mijzelf kijken? Bijbeltekst: 2 Samuël 11,1-12,7 (David en Batseba).

–        Achtste bijeenkomst: Mij laten omarmen door zijn barmhartige liefde. Bijbeltekst: Marcus 5,21-34 (genezing van de vrouw die aan bloedverlies leed).

–        Negende bijeenkomst: Thuiskomen bij God. Bijbeltekst: Lucas 15,11-32 (de verloren zoon).

–        Tiende bijeenkomst: Leven van vergeving. Bijbeltekst: Johannes 8,1-11 (de overspelige vrouw).

–        Elfde bijeenkomst: Volop leven! Mijn leven richting geven. Bijbelteksten: Deuteronomium 30,11-20 (kies voor het leven) en Marcus 3,1-6 (Jezus kiest voor het leven).

–        Twaalfde bijeenkomst: Hoe staat het met mijn innerlijke vrijheid? Kan ik kiezen wat goed voor mij is? Bijbeltekst: Matteüs 4,1-11 (Jezus in de woestijn).

–        Dertiende bijeenkomst: Kijken naar Jezus. Wie ben ik voor jou? Bijbeltekst: Matteüs 4,23-5,16 (de zaligsprekingen).

–        Veertiende bijeenkomst: Kijken naar Jezus. Kom en volg Mij op mijn weg. Bijbeltekst: Matteüs 6,16-21.24-34 en 7,1-12 (Bergrede).

–        Vijftiende bijeenkomst: Omgaan met tegenkanting en misluking: het kruis. Bijbeltekst: Marcus 14-15 (het Pasen van Jezus).

–        Slotzaterdag, ochtend: Liefde, sterker dan de dood. Hij is opgestaan en leeft! Bijbeltekst: Johannes 20,1-18 (Houd me niet vast).

–        Slotzaterdag, namiddag: Welke weg heb ik afgelegd? Evaluerend vooruitzien.

De opbouw in twee zaterdagen en vijftien samenkomsten verraadt al iets van de innerlijke dynamiek die deze geloofsweg bij de deelnemers teweeg wil brengen. Ik heb de cursus zelf nu driemaal gegeven en ik kan getuigen dat het werkt. Er ontstaat inderdaad een proces, zowel bij de individuele deelnemers als bij de groep als geheel. Daarom is het zowel een persoonlijke geloofservaring als een kerkervaring.

Ignatiaanse geloofspedagogie

De Basiscursus Geloofsvorming stoelt op een aantal uitgangspunten die een ignatiaanse visie op het begeleiden van een geloofsproces veronderstellen. Deze uitgangspunten zijn:

–        Geloofsgroei heeft zijn eigen ritme en is een proces.

–        Geloofsgroei vraagt om begeleiding.

–        Meditatie, gebed én reflectie zijn de kernmodaliteiten van geloofsgroei.

–        Binnen de geloofsgroei moet men leren omgaan met weerstanden.

–        In het proces van geloofsgroei komt onvermijdelijk de vraag naar het maken van keuzes.

–        Het proces dat geloofsgroei mogelijk maakt wordt aangestuurd door een op elkaar betrokken reeks van Bijbelteksten, zowel uit het Oude als het Nieuwe Testament.

–        De Bijbelse teksten zijn niet alleen een spiegel voor het herkennen van ervaringen en gedachten, maar confronteren ook en bieden een kans om nieuwe ervaringen op te doen.

–        In heel het proces staat de ontmoeting met Jezus Christus centraal; daarom start de cursus ook met het Emmaüsverhaal.

–        In het laatste deel van de cursus wordt specifiek gefocust op de ontmoeting met Jezus (“Kijken naar Jezus”): door naar Hem te kijken, kunnen we Hem ook navolgen.

–        Het uitspreken van het eigen geloof en de eigen beleving, inclusief alle vragen en twijfels die daarbij horen, is essentieel voor het groeien in geloof.

–        Geloof vraagt om “oefening”: deelnemers krijgen concrete tips mee naar huis om het eigen gebeds- en geloofsleven te voeden.

–        De dynamiek van de geloofsweg is erbij gebaat te starten vlak voor de advent en te eindigen vlak voor Pasen.

–        De begeleiders spelen een dienende rol: zij moeten het mogelijk maken dat de deelnemers en God op elkaar betrokken raken.

De twee begeleiders zijn in de volle zin van het woord geestelijke begeleiders. De ervaring leert dat het ook mogelijk is te differentiëren in de begeleiding: een begeleider die focust op de inhoud en het geloofsproces bewaakt, een andere begeleider die ondersteunt en vooral de praktische gang van zaken in het oog houdt. Twee begeleiders zijn wel noodzakelijk, bij voorkeur een man en een vrouw.

Groeimap en begeleidermap

De deelnemers krijgen aan het begin van de cursus een groeimap mee. Elke bijeenkomst komt daar een pakketje bij. Het bevat telkens de themastellingen, de meditaties, de Bijbelteksten enz. Tussen de samenkomsten door kunnen de deelnemers nog eens persoonlijk op het materiaal teruggrijpen. Het geloofsproces zal zich gaandeweg verbreden en zal maken dat de deelnemers er ook tussentijds intensiever mee bezig zijn. Voor de begeleiders is er een aparte begeleidertekst, waarin de aandachtspunten voor elke samenkomst nauwkeurig beschreven zijn. Zij krijgen tevens twee cd’s: een cd-rom met de beeldmeditaties e.d. en een audio-cd. De auteursrechten zijn via Sabam geregeld.

De map Basiscursus Geloofsvorming is tot stand gekomen in het kader van het christelijk vormingswerk (CCV). Twee vormingswerkers van het CCV hebben meegeholpen bij het vinden van de goede werkvormen: Ria Dereymaeker en Katrien Carette. Priester Tjeu Peeters heeft het project kritisch gevolgd. De verspreiding van de mappen gebeurt door uitgeverij Licap. Daar kunnen zowel de gewone deelnemersmappen besteld worden (ongeveer € 25,-) als de deelnemersmap + begeleidermap (ongeveer € 30,-). Besteladres: <info@licap.be>.

Geestelijke begeleiding

De hier voorgestelde Basiscursus Geloofsvorming staat in het hart van de ignatiaanse spiritualiteit: mensen helpen en begeleiden op hun geloofsweg. Het is belangrijk werk, en heel inspirerend. Tegelijkertijd lijkt het alsmaar moeilijker te worden om mensen te vinden die anderen geestelijk kunnen begeleiden. Het vraagt immers om een gedegen vorming. Dat is meteen de kwetsbare kant van de Basiscursus: niet iedereen is geschikt om zo’n proces te begeleiden en sommigen hebben schrik om eraan te beginnen. Het vormen en ondersteunen van mensen in het geven van geestelijke begeleiding blijft dan ook een belangrijke opdracht en een belangrijk apostolaat.

Voor meer informatie: <jean.bastiaens@skynet.be>.

Bekijk alle cardoner articles

Deel