BOEK: Oog in Oog, Handboek G.O.

BOEK: Oog in Oog, Handboek G.O.

Nieuw handboek Geestelijke Oefeningen 

Nieuw handboek Geestelijke Oefeningen 

door Ben Frie S.J. 

Al meer dan vijfentwintig jaar worden in Vlaanderen en Nederland de Geestelijke Oefeningen “in het dagelijks leven” (GODL) gegeven. Dit betekent dat de retraitant dagelijks gedurende ongeveer een uur mediteert en reflecteert, terwijl hij verder deelneemt aan zijn beroeps- en gezinsleven. Ignatius, de auteur van de Oefeningen, oppert die mogelijkheid in zijn 19e aantekening voorafgaand aan de tekst van de Oefeningen, voor hen die “ontwikkeld of begaafd” zijn en “door hun maatschappelijke functie of beroepsverplichtingen in beslag genomen”. Zij hoeven zich dan niet dertig dagen vrij te maken, zoals voorzien bij het oorspronkelijke model van de Oefeningen. Maar zij zijn er met dit traject wel ongeveer negen maanden mee bezig.

Wat aan Oog in Oog voorafging

Voorafgaand aan het ignatiaanse jubileumjaar 1991 verscheen het boekje Samen met uw Zoon, als hulpmiddel of gids om de Oefeningen in het dagelijks leven te doen. Het was vooral gericht op jezuïeten en maakte onder meer gebruik van teksten uit de Constituties van de orde en brieven van Ignatius. Het was de eerste handleiding in het Nederlands met suggesties voor het doen van de Geestelijke Oefeningen. Het voorgestelde traject duurde 24 weken en was ook voorzien van fragmenten voor de geestelijke lezing. Omdat het boekje speciaal voor jezuïeten gemaakt was, werd slechts beknopt aandacht gegeven aan de manier van doen en de specifiek ignatiaanse begrippen. Deze werden immers als bekend verondersteld.

Onverwacht groeide er bij derden belangstelling voor dit boekje en vroeg men naar een versie voor een breder publiek. De specifiek ignatiaanse aspecten werden ingebracht aan de hand van een ruime keuze aan Bijbelteksten; enkele werden toch expliciet overgenomen zoals een korte beschouwing over zonde en schuld, de “Oproep van de aardse koning”, zuiver aanvoelen, onderscheiden, een keuze doen. De “Beschouwing om tot liefde te komen” verscheen zelfs bijna integraal. Maar de redacteuren streefden zoveel mogelijk naar een eigentijdse hertaling van die ignatiaanse begrippen en vermeden het theologisch jargon van Ignatius en zijn tijd.

Zo ontstond Hem achterna, met daarin een uitgestippeld parcours voor 33 weken. Net als Samen met uw Zoon werd het boekje uitgegeven in eigen beheer (eerste druk in 1993, de tweede in 1998). De gedachte om het op de markt te brengen werd afgewezen. Het goed omgaan met dit boekje vereist immers voldoende ervaringsdeskundigheid op vlak van begeleiding, want het betreft een ingewikkeld proces met heel wat valkuilen. Telkens als mensen in hun eentje het boekje wilden volgen, leken zij al na enkele weken te struikelen: het was lang niet zo inspirerend als verwacht en men voelde zich soms nogal gestuurd. Om het proces van de Oefeningen echt op gang te krijgen en vruchtbaar te laten zijn, bleek een bekwame begeleider essentieel. Hiervoor dacht men destijds vooral aan jezuïeten.

De belangstelling groeide en dat was aanleiding tot het vormen van zogenaamde leken – vrouwen en mannen die niet behoorden tot de jezuïetenorde maar wel met hun spiritualiteit sympathiseerden. Er ontstonden regionale teams van begeleiders, die supervisie en intervisie mogelijk maakten. Het boekje Hem achterna was een goede gids en uit de praktijk bleek dat, voor wie de Oefeningen op deze manier deed, het karakteristieke proces van de Geestelijke Oefeningen gegarandeerd werd.

Oog in Oog

Hem achterna was een handboek voor wie de Oefeningen doet; er groeide echter een behoefte aan een editie voor wie de Oefeningen geeft, de begeleider. Men dacht aan een losbladige uitgave om het gebruik flexibeler te maken, met een apart tekstdeel voor wie de Oefeningen doet en een voor wie de Oefeningen begeleidt. Duidelijk was ook dat het boekje meer aandacht moest geven aan de karakteristieke ignatiaanse meditaties met een daarbij wenselijke toelichting. Het was tevens de bedoeling dat begeleiders, met minder praktische ervaring, in dit boekje meer steun en oriëntatie zouden vinden bij het toepassen van het aangereikte materiaal.

In Oog in Oog* wordt zorgvuldig beschreven wie verantwoordelijk is voor de begeleiding. Het Platform voor ignatiaanse spiritualiteit neemt die verantwoordelijkheid op zich en maakt daarmee duidelijk dat het werkboek Oog in Oog niet aan derden ter beschikking wordt gesteld. Er wordt melding gemaakt van de vereiste speciale opleiding voor begeleiders, maar ook van het fenomeen grensoverschrijdend gedrag. Opdat begeleiders tijdens het traject zouden beschikken over een soort kaart ter oriëntatie, is er  een overzicht van de grondstructuur van de Oefeningen toegevoegd.

De nieuwe uitgave heeft gedeeltelijk dezelfde opzet als Hem Achterna. De suggesties per week voor het gebed met Bijbelteksten, gedichten en het “vragen wat ik verlang” werden hier voortgezet. Dit sluit evenwel niet uit dat bepaalde gedeelten opnieuw werden geredigeerd en dat een aantal nieuwe teksten en gedichten gekozen werden. Deze uitgave besteedt – meer dus dan Hem achterna – aandacht aan typisch ignatiaanse meditaties. Veertig bladzijden werden speciaal voor de begeleider geschreven; dat is de grootste vernieuwing van deze uitgave. In dat deel, “Aantekeningen voor de begeleider”, is een schets opgenomen van het objectieve verloop van de Oefeningen. Het intakegesprek wordt omschreven, zodat ook wie daar minder ervaring mee heeft verzekerd is van een goede intake. Dan volgen diverse suggesties bij het thema zonde en vergeving; in de eerste week zijn dat indringende thema’s die nu beter uitgewerkt zijn. Contempleren met beeld en muziek krijgt aandacht, al was het maar om aan te geven dat de begeleider zelf het aangereikte materiaal kan variëren.

Begrippen als “herhaling” en de zogenaamde “toepassing van de zintuigen”, die nogal eens tot vragen leidden en voor sommigen nooit opgehelderd werden, zijn hier zorgvuldig uitgewerkt. Het ignatiaans dagprogramma met vijf meditaties per dag werd aangepast aan de Oefeningen in het dagelijks leven door de vijf meditaties te spreiden over vijf dagen. Bij de overgang van mediteren naar contempleren wordt de begeleider er nog eens attent op gemaakt dat het ondersteunen van de begeleide een hulp is voor het verwijlen bij wat wordt aangeboden. De begeleider wordt op het hart gedrukt dat het gaat om het mogelijk maken van dit proces: “niet tussenbeide komen, maar ‘faciliteren’”. Beschrijvingen van de “Twee standaarden”, “Drie soorten mensen” gaan vooraf aan een geactualiseerde tekst over de regels voor de onderscheiding.

In het deel “Aantekeningen voor degene die de Oefeningen doet” worden al deze begrippen uitgelegd en gekoppeld aan beschrijvingen omtrent de concrete manier van doen in de Oefeningen. Er volgt een uiteenzetting over het eigenlijke proces van onderscheiden, zoals dat in de Oefeningen mogelijk gemaakt wordt aan de hand van een gedetailleerde toelichting van de ignatiaanse begrippen. Toegevoegd is een keuzeweek: iemand die voor een concrete levenskeuze staat krijgt hier een praktische handleiding om een keuze voor te bereiden en te testen.

Het vierde deel van Oog in Oog bestaat uit een overzicht van het materiaal dat per week aangereikt kan worden, net zoals bij Hem achterna. Dat zijn meestal Bijbelteksten, maar dan wel geplaatst in het kader van de Oefeningen, met telkens een beschrijving van het thema van de week en dat typerende “vragen wat ik verlang”. Daarin krijgt het Fundament, met het dragende begrip voor de eerste week “aanvaarden dat ik aanvaard ben”, een plaats. De vrees voor expliciet ignatiaanse termen is duidelijk weggevallen, omdat de begeleider ze nu beter kan toelichten. De titels van de weken zijn dynamischer: “Jezus kiest zijn weg”, “Jezus roept”, “Jezus heelt”, “Jezus verkondigt”, “Jezus geeft leven” om dan terecht te komen bij “Oog in Oog met Jezus”. Alles draait onontkoombaar niet langer om mij, maar om Christus.

Wie met deze bundel aan de slag gaat moet misschien de moed opbrengen om alle bladen uit de ringmap te halen en alleen deze aan te bieden die passen bij het specifieke verloop van de Oefeningen van diegene die ze doet. Het vraagt van de begeleider een vertrouwdheid met de teksten en de plaats waar de afzonderlijke delen en details te vinden zijn. Aan het begin van het proces beschikt de begeleider over een volle map, maar wie de Oefeningen doet begint met een lege kaft. Tijdens de negen maanden durende begeleiding zal de begeleider iedere week in de loop van het begeleidingsgesprek die pagina’s overhandigen, die hij of zij op dat moment geschikt acht. Na negen maanden heeft de retraitant dan alsnog het volledige mapje, met uitzondering van de veertig bladzijden bestemd voor de begeleider. Wie daaraan hecht kan, na afloop, de bundel met bladen weer op volgorde leggen: de pagina’s zijn genummerd. Maar de ordening van het proces ontstaat niet uit deze nummering: het hele proces wordt aangestuurd door de innerlijke ervaring van degene die de Oefeningen doet – telkens maakt deze persoon een uniek en onnavolgbaar proces door. Het blijft verwondering wekken hoe deze Oefeningen onverminderd hun werk doen.

Pater Ben Frie (°1949) woont in Amsterdam en is lid van het pastoraal team van de Krijtbergkerk. Hij is redactielid van het webmagazine Ignis en medewerker van het Platform voor ignatiaanse spiritualiteit .
Hij schreef mee aan het nieuwe handboek voor Geestelijke Oefeningen
Oog in Oog

 Ignatius van Loyola, Oog in Oog, Platform voor ignatiaanse spiritualiteit, Amsterdam, 2022, 186 blz., in eigen beheer. Mail: platform.ignatiaansespiritualiteit@jesuits.net

Bekijk alle cardoner articles

Deel