BOEK: Diccionario de Espiritualidad Ignaciana, 2 delen, Bilbao 2007.

Een woordenboek uitgeven is een werk van lange adem. Op het Ignatiusfeest 2002 werd ik uitgenodigd om mee te werken aan een lexicon van de ignatiaanse spiritualiteit dat in het jubileumjaar 2006 zou verschijnen. Na de inzending van de bijdrage volgde een lange stilte en in 2007 lagen de twee lijvige boekdelen op mijn tafel: een aangename verrassing! De uitgevers wilden een handig, systematisch en wetenschappelijk verantwoord naslagwerk over de ignatiaanse spirtualiteit voor­leggen aan een publiek dat reeds enigszins met deze materie vertrouwd is. Het moest aansluiten bij de Concordancia Ignaciana (Bilbao-Santander, 1996), die de context van alle woorden uit de ignatiaanse geschriften aangeeft, en het lijvige vierdelige historische woordenboek over de jezuïetenorde (Diccionario Histórico de la Compañía de Jesús, Madrid, Comillas, 2001). Aan de verwezenlijking ervan werkten 157 theologen, historici en andere deskundigen, hoofdzakelijk jezuïeten, uit 25 landen mee. Uit België en Nederland waren dat Paul Begheyn (Amberes – Brugas – Londres of Ignatius in Antwerpen, Brugge en Londen), Simon Decloux (Letras – “Letteren” of de houding van Ignatius tegenover de intellectuele vorming) en Jos Vercruysse (Ecumenismo of hoe kan de ignatiaanse spiritualiteit de hedendaagse oecumenische beweging inspireren?).

Een woordenboek uitgeven is een werk van lange adem. Op het Ignatiusfeest 2002 werd ik uitgenodigd om mee te werken aan een lexicon van de ignatiaanse spiritualiteit dat in het jubileumjaar 2006 zou verschijnen. Na de inzending van de bijdrage volgde een lange stilte en in 2007 lagen de twee lijvige boekdelen op mijn tafel: een aangename verrassing! De uitgevers wilden een handig, systematisch en wetenschappelijk verantwoord naslagwerk over de ignatiaanse spirtualiteit voor­leggen aan een publiek dat reeds enigszins met deze materie vertrouwd is. Het moest aansluiten bij de Concordancia Ignaciana (Bilbao-Santander, 1996), die de context van alle woorden uit de ignatiaanse geschriften aangeeft, en het lijvige vierdelige historische woordenboek over de jezuïetenorde (Diccionario Histórico de la Compañía de Jesús, Madrid, Comillas, 2001). Aan de verwezenlijking ervan werkten 157 theologen, historici en andere deskundigen, hoofdzakelijk jezuïeten, uit 25 landen mee. Uit België en Nederland waren dat Paul Begheyn (Amberes – Brugas – Londres of Ignatius in Antwerpen, Brugge en Londen), Simon Decloux (Letras – “Letteren” of de houding van Ignatius tegenover de intellectuele vorming) en Jos Vercruysse (Ecumenismo of hoe kan de ignatiaanse spiritualiteit de hedendaagse oecumenische beweging inspireren?).

Dit lexicon bevat 383 artikels en richt zich tot iedereen die zich interesseert voor Ignatius van Loyola, zijn charisma, zijn spiritualiteit, de Geestelijke Oefeningenentot iedereen die zijn kennis van de ignatiaanse spiritualiteit wil uitbreiden, jezuïeten, priesters, mannelijke en vrouwelijke religieu­zen uit de igna­tiaanse familie, maar ook leken in de talrijke ignatiaans geïnspireerde gemeenschappen (Inleiding, blz. 23). Centraal staat dus Ignatius, zijn leven, de plaatsen waar hij verbleef, zijn geschriften, zijn theologische inzichten en zijn spiritualiteit. Vanzelfsprekend handelt dit lexicon uitvoerig over de orde die hij samen met zijn “vrienden in de Heer” stichtte (zie over deze uitdrukking blz. 143-148). Elk van de eerste gezellen en de groep als groep krijgen een eigen artikel (zie blz.1481-1490). Ook al is dit boek geen lexicon van de jezuïetenorde, toch komen de door Ignatius opgestelde Constituties uitvoerig en herhaaldelijk ter sprake. De artikels bieden ook een oriëntering in de theolo­gische inzichten van Ignatius en steunen daarvoor op zijn geschriften, de Geestelijke oefeningen, het Verhaal van de pelgrim, het Geestelijk dagboek, de Constituties van de jezuïetenorde en zijn brieven. Enkele bijdragen handelen uitdrukkelijk over de relevantie van deze spiritualiteit voor heden­daagse kwesties als de oecumenische beweging, de interreligieuze dialoog (islam, hindoeïsme, zen), de voorkeur voor de armen e.d. De systematische opsomming van de artikelen aan het begin biedt een zeer geschikte wegwijzer voor een geordend opzoeken (blz. 49-64).

Dit boek kan men op verschillende wijzen gebruiken. Zoals elk verklarend woordenboek kan men erin grasduinen en willekeurig hier en daar een interessant artikel lezen, zomaar. Maar er is beter. Op het einde van de twee boekdelen stellen de uitgevers zes mapas conceptuales voor, grafische lees­wijzers, die de artikels zo ordenen dat ze een thematisch samenhangend geheel vormen en de lezer op die wijze wegwijs raakt in dit woud van informatie. Die thema’s zijn: 1. Drievuldigheid en goddelijke majesteit; 2. de kerk als oord van Gods openbaring; 3. Ignatius van Loyola; 4. de Sociëteit van Jezus en haar Constituties;5. mens en schepsel in een ignatiaanse antropologie; en tenslotte 6. de Geestelijke Oefeningen.

Verspreid over verschillende artikelen vindt men hier een veelzijdige inleiding en verklaring van de Geestelijke Oefeningen. Daarom kan dit lexicon best als een leidraad bij een retraite dienen. Er is eerst een historisch relaas over de wording van de tekst en een overzicht van de methode en de theologie van de Oefeningen. Ook worden de verschillende manieren voorgesteld waarop ze, ook in het dagelijkse leven, aangeboden kunnen worden. Een vrij lang artikel is gewijd aan moderne psychologische interpretaties en methodes van de Geestelijke Oefeningen (Psicología y Ejercicios, blz. 1510-1527). Het “Grondbeginsel en grondslag” (Principio y fundamento) en de vier weken van de Oefeningen worden elk op hun alfabetische plaats (Primera…, Segunda…, Tercera…, Cuarta Semana) globaal voorgesteld en besproken. Daarbij sluit dan een lange reeks bijdragen aan die de afzonderlijke meditaties, begrippen en elementen uit de tekst, de annotaties en de verschillende richtlijnen en regels historisch en inhoudelijk verklaren.

Ook al vormt elke bijdrage een afgerond geheel, toch eindigen ze met verwijzingen naar andere verwante artikels in het lexicon. Een deugdelijke, maar hoofdzakelijk Spaanse bibliografie sluit het geheel af, helaas zonder vermelding van de oorspronkelijke uitgave van de vertaalde werken. Terloops vermelden we dat de uitgevers zelfs Car­doner kennen als een van de jongere onder de tijdschriften voor ignatiaanse spiritualiteit (blz. 21).

Dit woordenboek zit zoals elk ander lexicon vol verrassingen – voor elk wat wils. Samen met de Diccionario Histórico de la Compañía de Jesús is het een waardevolle informatie­bron en bovendien een rijke inleiding tot de ignatiaanse spiritualiteit, leer en praxis. Het vat de resultaten samen van een eeuw onderzoek en studie en kan verdere studie en interesse stimuleren. Deze studies – historische en theologische – bloeien om begrijpelijke redenen in Spanje en daarom is het niet verwonderlijk dat beide woordenboeken in dat land ontstonden en tot een goed einde werden gebracht. Ongetwijfeld is het Spaans dankzij Latijns-Amerika een wereldtaal – ook bij de jezuïeten – maar toch zou de uitstraling van deze naslagwerken aanzienlijk groter worden, als er een vooral bibliografisch aangepaste en bijgewerkte Engelse vertaling kon verschijnen.

 

Jos Vercruysse S.J.

 

Grupo de Espiritualidad Ignaciana o.l.v. José García de Castro,

Diccionario de Espiritualidad Ignaciana,

2 delen, Bilbao, Mensajero; Santander, Sal Terrae, 2007,1816 blz.

Bekijk alle cardoner articles

Deel